27 februari 2019

In deze stap naar duurzame huisvesting dienen gemeenten als voorbeeld voor andere gemeenten/organisaties. De overheid heeft onder andere de ambitie gesteld dat al het gemeentelijk kantoorvastgoed in Nederland in 2050 maximaal 50 kWh per m2 verbruikt. De eerste stap om deze ambitie te realiseren is het in kaart brengen van de gemeentelijke vastgoedportefeuille en op basis van die inventarisatie een plan te formuleren betreffende de verduurzaming van het vastgoed.

Veel gemeenten vinden het lastig om een beeld te vormen van wat het klimaatakkoord betekent voor hun bestaande vastgoedportefeuille. Welke stappen moeten gemeenten nemen om te voldoen aan de gestelde eisen? En waar kunnen ze het best mee beginnen? De belangrijkste eerste stap is om een inventarisatie te maken van de eisen waaraan het bestaande vastgoed dient te voldoen en een inventarisatie te maken van het bestaande vastgoed. Welk vastgoed heeft de gemeente allemaal? Wat is de duurzame status van het vastgoed? Kan het vastgoed nog geoptimaliseerd worden? Dit zijn allemaal vragen die beantwoord moeten worden.

Een vervolgstap is het bepalen van de duurzaamheidsambities van de organisatie. Heeft de organisatie de ambitie om verder te kijken dan de gestelde wettelijke eisen of is een Plan van Aanpak dat aan de minimale eisen voldoet al voldoende uitdaging binnen het beschikbare budget?

Veelal zien we bij organisaties dat ze met een specifieke vraag bij ons komen, zoals ‘Hoe kan ik voldoen aan de gestelde label C-eis in 2023?’ Het is echter belangrijk om eerst te kijken naar de totale portefeuille om te beoordelen of die nog past bij de vraag en ambities voordat investeringen worden gedaan die achteraf niet nodig blijken te zijn. Een strategische aanpak gericht op de lange termijn is essentieel om vervolgens een praktische invulling te kunnen geven aan de ambities van de organisatie.
Betreffende het kantoorvastgoed van de organisatie is het van belang om niet alleen naar de bouwkundige kwaliteit te kijken maar ook naar de kwaliteit van de werkomgeving. Past de werkomgeving nog bij de behoeftes van de gebruikers? Is er wel zo veel oppervlakte nodig of kan een deel van de werkvloer op een andere manier worden ingevuld? Waar zijn slimme oplossingen voor medegebruik en waar is multifunctionele inzetbaarheid van ruimten toepasselijk?

De vraag is groter dan alleen het gemeentelijk kantoorvastgoed. Daarnaast is juist het kantoorvastgoed niet direct zichtbaar voor de inwoners van een gemeente. Bij kantoorvastgoed valt echter veel winst te behalen. Daar waar kantoorgebruikers ruim in hun jasje zitten kan worden gezocht naar efficiënter ruimtegebruik. De overstap naar een andere manier van werken ondersteunt dit. Daar waar wordt overgegaan van een traditionele werkomgeving naar een flexibel werkplekconcept kan vaak tot wel 30% ruimte worden bespaard. De ruimten of locaties die beschikbaar komen kunnen gemeenten verhuren aan andere partijen. Dit verbetert de samenwerking en interactie tussen de partijen en zorgt gelijktijdig voor extra inkomsten voor de gemeente. Deze inkomsten kunnen worden ingezet om ander gemeentelijk vastgoed te verduurzamen, zoals sportlocaties. Het hefboomeffect dat hierin te herkennen is, is daarmee erg interessant. Door slimme keuzes te maken, ontstaat ruimte om duurzame initiatieven door te voeren die ten goede komen aan de gemeente in zijn totaal.

Meer informatie

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug