10 mei 2019

Nederland moet energiezuiniger worden en overstappen op andere, groene energie

Het Klimaatakkoord staat voor de deur. Dat is een grote opgave voor iedereen in Nederland betreffende energiebesparing en de omschakeling naar een energiemix waar fossiele brandstoffen geen plaats meer hebben. Het Klimaatakkoord is de opvolger van het Energieakkoord uit 2013 en start met een restopgave die voor 2021 gerealiseerd moet worden.

Het Klimaatakkoord dat momenteel wordt ontwikkeld stuurt op CO2-reductie. De doelstelling is om in 2030 vergeleken met 1990 een CO2-reductie te realiseren van 49% (mogelijk tot 55%). Het einddoel is om in 2050 CO2-arm te zijn. In hoofdlijnen komt het Klimaatakkoord neer op een forse energiebesparing per sector, met per regio in Nederland een energiestrategie om CO2-neutraal te voorzien in de resterende energiebehoefte.

Voor de gebouwde omgeving is er onder voorzitterschap van Diederik Samsom een aparte sectortafel ingericht. Voor utiliteitsbouw roept deze tafel sectoren op om - aanvullend op de wettelijke normen - een routekaart op te stellen waarin de eigen bijdrage aan een energieneutrale gebouwde omgeving in 2050 wordt beschreven. Dit document betreft de ontwikkeling van routekaarten voor het verduurzamen van het maatschappelijk vastgoed van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), VNG, IPO en politie, voor vastgoed in de sectoren PO, VO, MBO, HBO en WO, sport en zorg en voor monumenten. De deadline was dat voor 1 mei 2019 deze sectoren binnen het maatschappelijk vastgoed een eigen routekaart zouden maken waarin staat wanneer en op welke manier het gebouw/clusters van gebouwen CO2-arm (per 2040 of 2050 en bepaalde tussendoelen) zal/zullen worden gemaakt.

Onderwijs (PO, VO, MBO, HBO en WO)

In het onderwijs is het totale vloeroppervlak ongeveer 30 miljoen m², maar ook hier geldt dat de verschillen tussen en binnen de vijf onderwijssectoren groot zijn. De schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en schoolbesturen. Voor het MBO, HBO en WO is huisvesting een opgave van de instellingen zelf. Voor wat betreft het primair en voortgezet onderwijs wordt onder andere toegewerkt naar een systematiek van integrale huisvestingsplannen (IHP) waarmee onder regie van gemeenten de schoolgebouwen wat betreft energieprestaties en functionaliteit verbeterd kunnen worden. MBO, HBO en universiteiten streven naar een CO2-neutrale portefeuille in 2050 waarbij er geïnvesteerd wordt op natuurlijke investerings- en renovatiemomenten.

De PO-Raad en de VO-Raad ontwikkelen een gezamenlijke sectorale routekaart voor onderwijsvastgoed. De sectorale routekaart geeft een overkoepelend beeld van de schoolgebouwen in de sector, brengt in beeld wat de verduurzamingsopgave voor het gebouwenbestand is en toont aan wat een kosteneffectieve strategie is om de klimaatdoelen te bereiken. Onderdeel van de sectorale routekaart duurzaamheid is een analyse van de kosteneffectiviteit naar een CO2-arme gebouwenvoorraad en de financiële doorrekening daarvan. In het door ons uitgevoerde onderzoek is deze analyse opgenomen. Daarnaast is onderzocht welke concrete doelstellingen haalbaar zijn en wordt ingegaan op welke strategie het meest haalbaar en kosteneffectief is.

Opdracht HEVO

Wij hebben de sectorale routekaarten, behorende bij de klimaatopgave, doorgerekend op effectiviteit naar een CO2-arme gebouwenvoorraad. Deze doorrekening behoort bij de sectorale routekaart voor het primair onderwijs (PO) inclusief het speciaal (voortgezet) onderwijs (SO/SVO) én bij de sectorale routekaart voor het voortgezet onderwijs (VO).

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug