Mevrouw Yilmaz
Mevrouw Fatma Yilmaz-Coskun is in januari 2020 overleden aan de gevolgen van vasculaire dementie. Met haar twee kinderen, Ibrahim en Eylem hebben we een gesprek over haar leven en de manier waarop ze beiden de zorg voor hun moeder hebben vormgegeven en ervaren. We spreken af bij Eylem thuis. ‘Ik heb gebak voor je gehaald’ zegt Eylem. ‘Ik neem aan dat je wel een stuk wilt bij de koffie?’
interview met Eylem en IbrahimKunnen jullie iets vertellen over jullie gezin?
Ibrahim: ‘onze ouders komen uit Zuidoost Anatolië in Turkije en zijn hier rond 1976 in Nederland gekomen. Eylem: ‘de vader van onze moeder werkte al in Nederland. Hij was hier naar toe gekomen voor werk, aanvankelijk met het idee weer terug te gaan. Later is zijn hele gezin naar Nederland gekomen en is pappa met hen meegekomen.’
Onze ouders waren twee
ondernemende types
Ibrahim: ‘onze ouders hebben altijd heel hard gewerkt. Mamma volgde hier in Nederland een coupeuse opleiding. Ze maakte mannenpakken, maar werkte daarnaast ook nog in fabrieken waar wat werk was. Pappa werkte bij de tapijtfabriek in de Smyrnastraat in Deventer, maar hij is al snel voor zichzelf begonnen.’ Eylem lacht: ‘onze ouders waren twee ondernemende types’.
Kunnen jullie iets vertellen over het ondernemerschap van je ouders?
Ibrahim: ‘mijn vader had in Duitsland gezien dat je daar Turkse films kon huren en besloot dat zelf in Nederland te gaan doen. Dat begon in de schuur achter ons huis waar hij een videotheek van maakte. Dat werd een groot succes. Hij breidde het assortiment uit met Turkse muziek, opende een mooie winkel aan de Rielerweg in Deventer en kocht panden in Nederland en Turkije.
Eylem: ‘we hadden ook een restaurant in Turkije. Daar heb ik in de zomermaanden zelf ook gewerkt. Op een gegeven moment zag mijn vader in Duitsland dat mensen overstapten op schotels om rechtstreeks naar de Turkse TV te kijken. Dat is hij er toen ook bij gaan doen.
Ibrahim lachend: ‘ik heb heel wat schotels samen met mijn vader aangesloten bij de mensen thuis. Dat was een mooie tijd.’
Eylem: ‘mamma was echt de stille kracht binnen ons gezin. Ze regelde alles, ook voor het bedrijf en ze kreeg ook heel veel voor elkaar. Eigenlijk was ze zakelijker dan pappa. Hij was een rustige man met veel humor. Ik heb hem nooit boos gezien. Hij was ruimdenkend en kon met iedereen goed opschieten. Nooit een slecht woord over hem gehoord. Ze pasten goed bij elkaar en waren echt een goed team samen. Zowel voor ons als kinderen als voor het bedrijf. Pappa is jammer genoeg niet zo oud geworden. Hij is overleden toen hij 55 was. Mijn moeder heeft hem daarna altijd gemist.’
Onze moeder was echt de
stille kracht binnen ons gezin
Kunnen jullie iets vertellen hoe dat is gegaan?
Eylem: ‘de familie van mijn moeder woonde allemaal in dezelfde wijk in Deventer. De familie van pappa woonde in Turkije. In onze gemeenschap is het normaal dat je als familie zelf de zorg op je neemt als er iets in de familie gebeurt. Dat begon met onze oma, die begon te dementeren. Mamma heeft daar heel veel voor gedaan. Het was gewoon taboe om je moeder naar een verpleeghuis te brengen. Zoiets deed je gewoon niet. Onze vader kreeg kanker toen hij 55 was en ging heel snel achteruit. Hij was de eerste in de familie die ernstig ziek werd. Dat had echt veel impact op iedereen. Wij hebben alle zorg voor hem zelf georganiseerd.
Ibrahim: ‘in de periode dat hij het te horen kreeg, moest ik afstuderen aan de Universiteit van Utrecht. Mijn ouders waren trots dat we goed konden leren en m’n vader wilde beslist niet dat het aan mij verteld werd. Ze hebben het pas verteld toen ik klaar was. Dat was ook wel typisch voor m’n ouders. Alle zorg ging naar de kinderen. Ze stelden zich ten opzichte van ons niet op het eerste plan. Dit gevoel heb ik ook altijd bij mijn zus gehad. Zij heeft mij altijd bijgestaan en was in de meest zware tijden van onze familie mijn drijfveer’.
Eylem: toen pappa overleden was, was de levensvreugde van onze moeder wel weg. Haar leven was haar kinderen en haar man. Verder niks eigenlijk. Daar had ze heel veel plezier in. Ze ging wat ongezonder leven en stond wat negatiever in het leven. Vanaf 2014 heeft ze meerdere keren een tia gehad. In 2018 was ze in Turkije en kreeg ze een hele zware tia. Daarna ging ze heel snel achteruit.’
We verzorgden haar iedere dag.
Het werd volledig onderdeel van ons leven
Wat betekende dat voor jullie?
Ibrahim: ‘het is gewoon heel verdrietig dat je je moeder zo ziet aftakelen. We waren heel erg aan elkaar gehecht. Mamma kreeg last van vergeetachtigheid, liet bijvoorbeeld de pan op het vuur staan, dus gingen wij samen steeds meer voor haar zorgen.’
Eylem: ‘we hadden een vaste routine en verdeelden de taken onderling. We verzorgden haar iedere dag. Het werd volledig onderdeel van ons leven. Maar als je als kind de zorg voor je ouder overneemt, doe je het toch voor je eigen gevoel nooit goed genoeg. Tenminste, zo heb ik dat zelf ervaren. Je schiet voortdurend tekort. Ik voelde me daar schuldig over.
Ibrahim: ‘toen ze ook nog een hersenbloeding kreeg, konden we de zorg niet meer zelf aan. Ze was half verlamd, kon een gevaar zijn voor haarzelf en moest naar een verpleeghuis. Dat was verschrikkelijk. Zeker toen ze na twee weken naar een gesloten afdeling moest omdat ze wegliep om haar familie te bezoeken. Wij beseften wel dat ze daar een soort van opgesloten werd op een kamertje, maar we hadden geen keus.
Eylem: ‘in de Turkse gemeenschap wordt dat niet echt geaccepteerd, zeker niet bij die generatie. Waarom nemen jullie haar niet in huis, ze heeft toch ook altijd voor jullie gezorgd? Dat begint wel wat te veranderen, maar de moeder van een vriendin van mij was er echt boos over.’
Vinden jullie achteraf dat jullie de goede keuze hebben gemaakt?
Ibrahim: ‘jazeker! Het kon gewoon echt niet anders. De zware zorg die ze nodig had, konden wij niet geven. En onze moeder wilde ons dat zelf ook niet aan doen. Je voelt je ook machteloos omdat je niet de medische kennis en kunde hebt om zelf de nodige zorg te kunnen leveren. Maar zo’n laatste stukje in een verpleeghuis zou zoveel beter kunnen worden georganiseerd. Het is wel jammer dat daar geen mogelijkheden voor waren.’
Bij alles wat we voorstelden was
het moeilijk, moeilijk, moeilijk
Wat zou er in jullie ervaring kunnen worden verbeterd in de verpleeghuiszorg?
Eylem: ‘wij hadden in onze beleving de zorgorganisatie nodig ons te helpen voor onze moeder te zorgen, maar zo werkt het niet. Zodra je daar terecht komt, word je volledig afhankelijk van de interne procedures. Je bent daar slaaf van. Er valt amper wat te kiezen. De hele omgeving is op ziekte gericht. Waarom is er geen aansluiting op het leven van de mensen die daar zitten en op het leven van familie en vrienden? Ruimte voor hun eigen inrichting, eigen eetgewoonten, eigen muziek. Bij alles wat we voorstelden was het moeilijk, moeilijk, moeilijk. We hebben er echt heel veel energie in gestoken om het een beetje leuk voor haar te maken, maar we hadden veel meer zelf kunnen doen. Eten, drinken, verzorging, welzijn, we kunnen het best wel zelf regelen. Het medische gedeelte helaas niet. Als ik er nu op terug kijk zijn we eigenlijk niet echt ontzorgd. Het verpleeghuis laat je jezelf nog schuldiger voelen!’