Een nieuw huis

Ze was lang vitaal geweest, totdat ze werd getroffen door een herseninfarct.

door Anneke Nijhoff

Totaal verlamd, maar haar geest was nog helder als glas. Via het ziekenhuis ging ze naar een woonzorgcentrum, in haar eigen buurt. Net nieuw gebouwd. Ze had een kamer van 21 m2. De medewerkers verzochten de familie geen eigen meubels te plaatsen, want het hoog-laagbed, de stabiele lift en de  grote rolstoel hadden alle ruimte nodig voor de draaicirkels. Daar hadden ze bij de bouw goed over nagedacht. Als familie en vrienden haar bezochten, zaten ze op de rand van haar bed en zij in de rolstoel. Er was geen ruimte voor een kapstok, de visite legde de jassen op schoot of op haar bed. Het leek dan net, vond ze, alsof ze voor vijf minuten kwamen of op doorreis waren en even waren gestopt bij haar. In haar kamer was geen ruimte voor een koffiezetapparaat, dat hoefde ook niet want in de algemene ruimte was een goede automaat en de koffie was gratis. Maar voor haar nooit meer de geur van verse koffie die wordt gezet. 

Ze lag meestal op bed en zat met tussenpozen in de rolstoel naast het bed. Met het gezicht naar het raam. Maar met de rug naar de deur. Dag en nacht hoorde ze de deur opengaan, voetstappen en pas als ze zich over haar heen bogen kon ze zien wie het was. Soms vond ze dat zo eng, zeker als iemand niet in een keer doorliep, maar achter haar rug met iets bezig was wat ze niet kon zien. Het kon niet anders, 
het bed moest zo blijven staan, in verband met de draaicirkels. Omdraaien kon wel, maar dan lag ze met de rug naar het raam. Buiten voor het raam had haar zoon een voederplankje voor de vogels neergezet. 

Aan rail aan de wand hingen dicht naast elkaar vijf plastic draden, hier kon wat worden opgehangen. Daar hing de klok, de foto van haar man, kinderen, kleinkinderen en een foto van de boerderij waar ze een groot deel van haar leven had gewoond. Ze kon de klok en foto’s vanaf het bed en vanuit de rolstoel niet 
zien. Aan de muur naast haar bed hing de benodigde technologie. Het was beter hier niets op te hangen. Dit in verband met hulp aan twee zijden en boren in deze muur was helemaal uit den boze. 

Ze had een hele grote badkamer, zodat er een douchebrancard in kon draaien en aan twee zijden hulp kon worden geboden. Ze vond het doodeng om horizontaal te worden gedoucht. Gelukkig zijn er ook douchestoelen die voldoende houvast bieden aan mensen die niet zelfstandig kunnen zitten. Maar toch 
handig zo’n grote badkamer vonden de medewerkers, werkt veel prettiger. 

Haar naam stond op de deur, samen met de naam van de afdeling. Voor de ramen hingen de brandwerende gordijnen, in een moeilijk te definiëren kleur. Op de kast in haar kamer hingen verschillende briefjes waarin medewerkers elkaar instrueerden over het spoelen van haar katheter, haar wisselende 
ligging en haar voeding en vochtinname. Ze dacht nog vaak na over haar leven op de oude boerderij, de katten, de hond en de kippen en de uitbundige rij bloeiende dahlia’s onder de waslijn. Het leek nog zo kortgeleden. De familie zei regelmatig ‘wat fijn dat je in de buurt kon blijven, en dan net zo’n nieuw huis’! En zij…zij voelde zich verder van huis dan ze in die 87 jaar ooit was geweest…

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug