CF083350kl.albertjankruiter.jpg

Publieke problemen oplossen is een samenspel

De bureaucratische structuur die in de afgelopen decennia is ontwikkeld, bemoeilijkt de transformatie van verzorgingsstaat naar meer eigen regie en collectieve verantwoordelijkheid. Volgens Albert Jan Kruiter, oprichter van het Instituut voor Publieke Waarden, wakkert het versplinterde systeem van financieringsvormen en efficiency als dominante waarde een verdergaande individualisering alleen maar aan. Als maatschappelijke organisaties niet een mogelijkheid krijgen waardengedreven interventies te doen op de bureaucratie, zal de door de overheid beoogde collectiviteit en eigen verantwoordelijkheid mislukken!

Albert Jan Kruiter is bestuurskundige en promoveerde in 2010 op een proefschrift over bureaucratie theorie. Daarna deed hij in opdracht van de universiteit Leiden onderzoek naar bureaucratie. ‘In mijn werk als onderzoeker zag ik dat bureaucratie simpele oplossingen voor grote problemen in de weg kan staan. Dit is de reden dat ik het Instituut voor Publieke Waarden heb opgericht om op een concrete en betrokken manier maatschappelijke problemen op te lossen, samen met bewoners. Mijn specifieke interesse lag aanvankelijk bij multi-probleemgezinnen. We helpen inmiddels vierhonderd huishoudens per jaar. Daarnaast geven we opleidingen met de School voor Publieke Waarden aan bestuurders en beleidsmakers om ze te leren hoe je waardengedreven interventies kunt organiseren en zijn we een denktank voor opdrachtgevers als corporaties, zorgaanbieders, ministeries, grote steden, verzekeraars en filantropen.’

Bureaucratie kan simpele oplossingen voor grote problemen in de weg staan.
Albert Jan Kruiter

Waarom bestaat de School voor Publieke Waarden?
We bestaan om organisaties te leren publieke problemen op te lossen. Dat is nodig omdat de verzorgingsstaat zoals die nu is georganiseerd in Nederland kwalitatief niet goed genoeg functioneert. Dat blijkt uit een brede groei van het aantal mensen dat in de problemen komt. Het huidige systeem voorkomt problemen steeds minder en lost er ook steeds minder op. Ik zal wat cijfers noemen. Er zijn 7000 thuiszitters in het onderwijs, er is een vervijfvoudiging(!) van de vraag naar geestelijke gezondheidszorg (GGZ) de komende veertig jaar. Het aantal daklozen is in de afgelopen tien jaar verdubbeld. Er zijn 1,5 miljoen mensen analfabeet. Er zijn naar schatting 350.000 huishoudens met problematische schulden die geen recht hebben op hulp. Eenzaamheid neemt enorm toe. Bij ouderen, maar ook onder jongere mensen. We hebben het in Nederland inmiddels zo geregeld dat je met al deze problemen via een wirwar aan organisaties moet proberen de juiste ondersteuning te krijgen. Hierbij wordt alleen naar de ‘aandoening’ gekeken en niet naar de mens zelf, laat staan naar het perspectief van die mens.

Ik zal ze even opnoemen: Je hebt de Wet Langdurige Zorg (WLZ), de zorgverzekeringswet (ZVW),
de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de jeugdwet, participatiewet, wet schuldsanering natuurlijke personen, wet schuldhulpverlening, wet passend onderwijs en de wet passend toewijzen.
Er zijn veel gezinnen in Nederland waarop al deze wetten van toepassing zijn en er zijn veel organisaties die graag met elkaar willen samenwerken maar door deze wetten en de achterliggende financieringssystemen uit elkaar gedreven worden. Het effect is een verregaande individualisering en een steeds grotere zorgconsumptie. Wat wij doen is door interventies in het systeem bestaanszekerheid aan individuen en gezinnen geven en organisaties leren hoe ze zelf die interventies kunnen doen. In de School voor Publieke Waarden doen we dat samen met professionals, beleidsmakers en bestuurders.’

Het effect van de verzorgingsstaat
is een verdergaande individualisering
en een toename van de zorgconsumptie
Albert Jan Kruiter

Je zegt dat bureaucratie en versplintering een aanjager is van de benoemde problemen?
‘Daar komt het wel op neer. De overheid heeft zich in de afgelopen decennia toegelegd op ‘dienstverlening voor private problemen’. Wat eerder als gemeenschap werd opgelost nam de overheid over. De burger kon zich mede hierdoor ontwikkelen als een individualistische consument die zijn omgeving niet meer nodig heeft om persoonlijke problemen op te lossen. We komen er steeds meer achter dat dit systeem de problemen va mensen niet oplost maar vaak juist verergert. Bovendien werken alle wetten die ik hierboven noemde individualiserend. Daarmee bedoel ik dat voor voorzieningen individuele indicaties nodig zijn. Ze werken dus individualiserend en niet collectiviserend. Daarbij komt dat, mede door demografische ontwikkelingen, de verzorgingsstaat onbetaalbaar is geworden en de overheid nu een terugtrekkende beweging uit het publieke domein maakt. Maar wel met behoud van een ingewikkeld bureaucratisch financieringssysteem. Hierdoor kan het middenveld van maatschappelijke organisaties, zoals zorgorganisaties, huisartsen en woningcorporaties, zichzelf niet op een waardegerichte manier ontwikkelen en samenwerken. Ze lopen vaak tegen het dilemma aan dat ze een probleem gezamenlijk wellicht hadden kunnen voorkomen, in ieder geval gemakkelijk op kunnen lossen, maar dat het volgens de regels, toezichthouders en financieringssystematiek niet kan. Het is mijn visie dat je dit bureaucratische probleem kunt doorbreken door het organiseren van collectieve interventies.’

Hoe ziet zo’n interventie er in de praktijk uit?
‘Op het niveau van bijvoorbeeld een ‘probleemgezin’ zeggen wij: geef ons het jaarbudget van alle financieringsstromen en wij gaan er op onze manier mee aan de slag. Het jaarbudget van zo’n gezin is circa 100.000 euro per jaar! Als er dan bijvoorbeeld sprake is van een schuld, lossen we die eerst gewoon af. Dat is in het huidige systeem onmogelijk en dat is eigenlijk best raar. Schulden veroorzaken namelijk veel stress. Uit onderzoek is gebleken dat je onder langdurige stress in anderhalf jaar tijd wel 10 IQ-punten kunt verliezen. In ons huidige systeem blijven mensen schulden opbouwen en met een situatie net onder het bestaansminimum sloopt dat elk perspectief er uit. Onze ervaring is dat als we beginnen met ‘schoon schip’ maken er al veel minder behoefte is aan GGZ-zorg, huisartsbezoek et cetera. Vervolgens ga je mensen ondersteuning bieden waar het echt niet gaat. Het liefst in samenwerking met de directe omgeving zodat mensen weer onderdeel worden van de maatschappij en gezien worden. Dus als je nuchter naar zo’n casus kijkt, kom je tot andere en vaak veel goedkopere oplossingen dan de standaardoplossingen.’

‘Volgens dit principe kun je ook naar een wijk of dorp kijken. Als maatschappelijke organisaties, ondernemers, de huisarts en individuele burgers tegen elkaar zeggen: wij gaan hier gewoon onze eigen maatschappelijke problemen oplossen, dan kom je tot veel effectievere en minder kostbare structuren. Dat komt in de eerste plaats omdat een gemeenschap veel beter in staat is problemen te voorkomen zodat er helemaal geen professionele ondersteuning nodig is. In sommige wijken komen wel vijftien tot twintig financieringsstromen bij elkaar. In een grote stadswijk met 10.000 inwoners is dat zo’n dertig tot veertig miljoen per jaar. Wat als je nu tegen bewoners zegt: wij gaan met jullie gratis kinderopvang organiseren in plaats van de 124 individuele opvoedondersteuningstrajecten in deze wijk. En de besparing gebruiken we om nog meer waarde voor de wijk te creëren?’

Welke houding is er nodig bij organisaties om zo’n beweging tot stand te brengen?
‘Wil je als lokaal geworteld maatschappelijk middenveld gewoon maatschappelijke problemen oplossen, dan moet je in de eerste plaats voor je eigen organisatie iets op het spel durven zetten. In plaats van je af te vragen of je ergens van bent, kun je ook vragen wat je kunt doen. Vervolgens moet je het gesprek met elkaar aangaan en bereid zijn je in de anderen te verplaatsen. Bij interventies is het vervolgens belangrijk dat je moet durven handelen voordat je zeker weet wat het effect zal zijn. En tenslotte blijf je met elkaar in gesprek om iedere keer weer het juiste midden te zoeken. Wij noemen dat actie-onderzoek: eerst handelen, dan onderzoeken wat het effect is en eventueel bijsturen.’

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug