Transformatie Dekkerswald Groesbeek van zorgterrein naar zorgzame buurt
Dekkerswald in Groesbeek is een van de vele instellingsterreinen die Nederland rijk is. Het maakt deel uit van de portefeuille van ZZG Zorggroep die het terrein sinds 2007 gefaseerd herontwikkelt tot een zorgzame buurt. We hebben een gesprek met bestuurder Angela Jansen over de visie en strategie van haar organisatie en hoe er hard gewerkt wordt om Dekkerswald in een sterk veranderende markt haar belangrijke positie laten te bewaren.
interview met Angela JansenAngela, kun je iets vertellen over de uitdagingen waar ZZG voor staat?
“Toen ik hier een aantal jaren geleden bestuurder werd, viel me op dat ZZG een vooruitziende blik heeft gehad op een heel aantal ontwikkelingen en het lef heeft gehad om daar de koers op af te stemmen. Mijn voorgangers hebben zich afgevraagd of de institutionele manier waarop de zorg wordt aangeboden wel aansluit op behoeften van mensen. Ze hebben zich letterlijk afgevraagd: als ik het voor mezelf zou moeten organiseren, zou ik het dan ook zo doen? Ook wat betreft de economische houdbaarheid van de zorg zijn ze niet afwachtend geweest in het trekken van conclusies. Ze gingen er twintig jaar geleden, bijvoorbeeld, al vanuit dat onze klanten steeds meer zelf moeten gaan betalen en zorgden er voor dat de huisvestingsconcepten daar op werden voorbereid.”
“Wij hebben de huisvestingstransitie in ons werkgebied grotendeels gerealiseerd. We hebben daarbij voor een wijkgerichte aanpak gekozen, waarbij mensen relatief kleinschalig in de eigen buurt of wijk kunnen blijven wonen. We hebben het grootste deel van de transitie gerealiseerd in samenwerking met woningcorporaties. We hebben sinds 2013 ook locaties waar mensen met een Volledig Pakket Thuis kunnen wonen. Daar hebben we dus al heel veel ervaring in opgedaan. Onze organisatie is door deze geschiedenis gelukkig adaptief genoeg om met de voortdurende veranderingen om te gaan, maar toch zijn de uitdagingen groot. De sterk toenemende vraag in combinatie met een krappe arbeidsmarkt en minder financiële middelen blijft een heel grote uitdaging waar je soms wel eens wanhopig van wordt. Je zou ervoor kunnen kiezen om je verantwoordelijkheid af te bakenen, maar wij voelen ons maatschappelijk verantwoordelijk en doen dat dus niet.”
Wij hebben gekozen voor een
wijkgerichte aanpak. Mensen
kunnen relatief kleinschalig
in de eigen buurt of wijk
blijven wonen.
Angela Jansen
Wat zijn voorbeelden van dingen waar je wanhopig van kunt worden?
“Wij hebben in de afgelopen vijf jaar de groei van cliënten met een zorgvraag volledig opgevangen in de wijk met ‘Modulair Pakket Thuis-arrangementen’. Het gaat om zo’n 700 mensen die anders naar een verpleeghuis hadden gemoeten. Hiermee hebben we de volledige demografische groei opgevangen. Waar je tegen aanloopt is, dat je eigen medewerkers moeten leren hoe ze adequate zorg kunnen leveren. Je kunt namelijk niet blijven doen wat je deed. Je moet de verwachtingen van je klanten op een andere manier managen, maar we zien dat ondanks onze campagnes er weinig aan die verwachtingen verandert. Onze medewerkers moeten daardoor meer teleurstellingen managen. Ook die van zichzelf. De koers zet ook in op een grotere inzet van het persoonlijke netwerk van mensen. Maar die participatiemaatschappij is er niet zomaar. En er zijn ook mensen die helemaal geen netwerk hebben. Dat levert soms wel schrijnende situaties op. Als mensen echt toezicht nodig hebben houdt het thuis in de wijk gewoon op. Dan wordt het onverantwoord.”
angela jansen, bestuurder zzg zorggroep
Onze medewerkers moeten
meer teleurstellingen managen.
Ook die van zichzelf.Angela Jansen
Wat is het gevolg van het MPT-arrangement in de wijk voor jullie eigen woonconcepten?
“Mensen zijn zieker of hebben gedragsproblemen als ze bij ons komen wonen. Medewerkers hebben dus te maken met een zwaardere ziektelast. Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar ik ben heel blij dat ZZG heeft ingezet op zo gewoon mogelijk wonen voor mensen met een intensieve zorgvraag. Als mensen verhuizen hebben ze ook bij ons de beschikking over een eigen appartement, maar dan in een beschermde omgeving en met 24-uurs aanwezige zorg. Toen ik bij ZZG kwam was ik echt verbaasd over het positieve effect van deze woonomgeving op zowel de bewoners met hun netwerk als op medewerkers. Ik ben er van overtuigd dat ons woonconcept, ten opzichte van het traditionele verpleeghuis, een deel van de toenemende druk op de zorg wegneemt.”
De aanleiding voor dit gesprek is de ontwikkeling van terrein Dekkerswald.
Welke plaats neemt dat in binnen jullie totaalvisie?
“Zoals ik vertelde hebben we een heel goede basis met onze beschermde woonvorm en ligt er een goed fundament in de wijk. Ons herstelcentrum hier op Dekkerswald is een heel belangrijke schakel in de keten. Onze zorg is hoe we de wijk aantrekkelijk maken voor onze medewerkers. We moeten de schaarste met betrekking tot vraag en aanbod beter zien te verdelen. De oplossing gaat richting ‘community care’. Wat kun je doen om iemand zo laat mogelijk of helemaal niet afhankelijk te maken van intensieve zorg? Hoe houd je mensen actief?”
“Wij zijn sinds 2007 al bezig met de transformatie van Dekkerswald naar een zorgzame buurt. We hebben hier inmiddels een prachtig herstelcentrum ontwikkeld, beschermde woonvormen voor mensen met dementie en mensen met een somatische ondersteuningsvraag en we hebben de voormalige kapel herontwikkeld tot een ontmoetingscentrum met een brasserie. Dat draaide uitstekend, maar door de Corona-maatregelen is alle activiteit in kapel en brasserie stilgelegd en is de ondernemer er mee gestopt. Deze functie moet weer nieuw leven in worden geblazen.”
“Al deze functies zijn verbonden door een glooiend groen en bosrijk gebied. Dekkerswald ligt in een ecologische hoofdstructuur. De verschillende functies functioneren individueel heel goed, maar zijn nog redelijk naar binnen gekeerd. De fase waar we nu in zitten moet antwoord geven op de verbinding en gemeenschapszin. Op ontmoeting, zorg voor de natuur en zorg voor elkaar. Het idee van de zorgzame buurt is een antwoord op de vraag hoe de kunstmatige grenzen tussen geïnstitutionaliseerde zorg en wonen in de wijk doorbroken kan worden. De waarden die hiermee verband houden zijn dat alle bewoners zich in willen zetten voor een inclusieve samenleving, dat iedereen wil bijdragen aan de instandhouding van de natuur en dat iedereen behoefte heeft onderdeel te zijn van een gemeenschap.”
Het idee van de zorgzame
buurt is een antwoord op de vraag
hoe kunstmatige grenzen tussen
geïnstitutionaliseerde zorg en
wonen in de wijk doorbroken
kan worden
Angela Jansen
Dat klinkt heel inspirerend, maar hoe organiseer je dat in de praktijk?
“Onderzoek dat is uitgevoerd voor de ontwikkeling van het visiedocument voor Dekkerswald laat zien dat je idealiter 70% vitale bewoners nodig hebt om een goede dynamiek te krijgen tussen bewoners. We streven ernaar in de volgende fasen circa vierhonderd reguliere woningen toe te voegen. Het is als het ware de sociale lijm die nodig is om de dynamiek te krijgen die je wilt. Het wordt een mix van woningen voor verschillende mensen. Jong, oud en financieel meer en minder daadkrachtig. Met de gemeente is een mix afgesproken van 30% sociaal, 20% middelduur en 50% vrij bouwprogramma. De meeste woningen zijn volledig toegankelijk voor mensen met een ondersteuningsvraag. Het is ook mogelijk andere functies toe te voegen, zoals een klein kantoor aan huis, bedrijvigheid en recreatie. Alle bewoners worden gevraagd een bewuste en actieve bijdrage te leveren aan de instandhouding van de natuur en van alle bewoners wordt ook verwacht dat ze bewust onderdeel willen zijn van de gemeenschap en zich daarop willen laten aanspreken.”
Van bewoners wordt verwacht dat ze
bewust onderdeel willen zijn van
de gemeenschap en zich
daarop willen laten aanspreken.
Angela Jansen
Hoe zorg je er in de praktijk voor dat mensen dat dan ook daadwerkelijk doen?
“Ja, het is inderdaad zo dat we mensen niet bij het kruisje laten tekenen voor hun bijdrage. Maar wat we wel doen, is het hele plan ontwikkelen in het teken van gemeenschapszin. Bijvoorbeeld door nieuwe organisatievormen en co-creatie tussen professionele en informele initiatieven te ontwikkelen. De stedenbouwkundige opzet nodigt uit tot spontane ontmoetingen. Bijvoorbeeld met minder privé buitenruimten en meer buitenruimte waar iedereen zich verantwoordelijk voor voelt. We creëren plekjes, zoals een gemeenschappelijke moestuin, en stimuleren de organisatie van laagdrempelige activiteiten. We zijn ons ervan bewust dat een zorgzame buurt er niet zomaar staat. Dat moet groeien. Wat wij doen is alle ingrediënten die dat tot een succes kunnen maken zo goed mogelijk faciliteren.”