CF093788.jpg

De magie van Shaffy, geen dag zonder kunst

In 2016 opende het Ramses Shaffy Huis haar deuren aan de Piet Heinkade in Amsterdam. Een plek waar iedere dag kunst is. Een woongemeenschap voor oudere en jongere kunstenaars, met of zonder zorgvraag. Het werd zo’n groot succes dat er nu een tweede plan wordt ontwikkeld voor kunstenaars met een intensieve zorgvraag zoals dementie: Het Leven Lief Huis. Voor dit nieuwe project verzorgt FAME in opdracht van Stichting Kunstenaarshuizen Amsterdam en Zorggroep Amsterdam Oost de conceptontwikkeling. We hebben een gesprek met Ed Cools, initiatiefnemer van het Ramses Shaffy Huis.

interview met Ed Cools

Ed Cools (Antwerpen, 1953) is een rasverteller. Een charmeur, met humor, visies en ideeën. Met een mooi Vlaams accent lardeert hij zijn verhaal met sappige anekdotes. In zijn verhaal wordt duidelijk dat Het Ramses Shaffy Huis niet het resultaat is van een vooropgesteld plan of een theoretisch concept, maar voortvloeit uit een reeks van gebeurtenissen. Het begon bij de aankomst van Cools in Amsterdam. “Na mijn studie ziekenhuiswetenschappen in Antwerpen kwam ik in Amsterdam voor een stageperiode. Ik was er nog nooit geweest. De Amsterdamse sfeer greep me meteen. Toen ik aankwam op het Centraal Station kwam de wietlucht me tegemoet. Wat een vrijheid!  Ik wilde er blijven. Was al snel verknocht aan mooie feesten in de Jordaan.”

Dapperbuurt

“Mijn eerste baan was waarnemend directeur bij verzorgingshuis De Gooyer in de Dapperbuurt. De kreet ‘wijkgerichte aanpak’ was nog niet uitgevonden, maar in zo’n hechte en levendige volkswijk kon je je niet voorstellen dat het verzorgingshuis los stond van wat er in de wijk gebeurde. Iedereen kende elkaar en ik betrok de buurt gewoon bij wat er bij ons gebeurde. In vergelijking met België woonden er trouwens relatief veel gezonde mensen in het verzorgingshuis en we hadden ook nog eens een personele bezetting waar ze in België van smulden. Toen dat wat minder werd ben ik met dienstweigeraars gaan werken. Dat heeft Het Parool nog gehaald.”

De noden van de stad

Na De Gooyer werd ik directeur van het Dr. Sarphatihuis. Net als De Gooyer was dat een gemeentelijk verpleeghuis met een nadrukkelijke opdracht er te zijn voor ‘de noden van de stad’, zoals ze dat mooi formuleerden. Dat betekende dat ik oplossingen moest bedenken voor onverzekerden, daklozen, illegalen en aidspatiënten. Ik denk dat het soms een voordeel was dat ik als Belg de Nederlandse regelgeving niet goed kende. Dat werkt verfrissend. Ik liep met mijn ideeën direct binnen bij de gemeentelijke bestuurders, zonder rapporten of plannen. Daar ben ik niet zo van. Toen ik te maken kreeg met een toename van daklozen kwam ik op het idee om de verpleeghuiszorg naar het daklozencentrum te brengen in plaats van andersom. Die mensen voelden zich bij ons niet op hun gemak. Op die manier heb ik altijd veel gepionierd. Er woonden trouwens ook veel bekende acteurs, schrijvers en zangers. Het Sarphatihuis was bijzonder, met een sterk sociaal imago en een nauwe verbondenheid met de stad.”

Ramses rende voor me weg
omdat hij dacht dat ik de
rekening kwam brengen
ed cools

Liesbeth List

“Begin jaren ’90 kwam ik Liesbeth List tegen op de Zeedijk. Ik woon daar in de buurt en maakte een ommetje. Ze zat een glas witte wijn te drinken op het terras van het restaurant van haar man. Ik herkende haar en ging naast haar op het terras zitten en sprak haar aan. Ze was verbaasd dat ik wist wie ze was met mijn Vlaamse accent. We kwamen in gesprek en dronken een glas wijn. Vrij impulsief vroeg ik haar of ze ambassadeur van het Dr. Sarphatihuis wilde worden. Dat zag ze wel zitten en ze nam het behoorlijk serieus. Naast de afspraak dat ze af en toe kwam optreden kwam ze ook op vergaderingen. Zonder sterallures! Een prachtige vrouw. We raakten bevriend.”

“Op een middag belde Liesbeth dat Ramses naar een verpleeghuis moest. Het ging heel slecht met hem, maar hij wilde dat beslist niet. Liesbeth was ten einde raad. Zeg maar dat hij naar een mooi hotel gaat, zei ik. We hadden van de entree en het atrium van het Sarphatihuis een beetje poeha gemaakt, dus je had toch al niet het idee dat je een verpleeghuis inliep. Ramses werd met een ambulance afgeleverd en hij kreeg een kamer aan het atrium. Hij vond het prachtig en dacht dat hij een suite kreeg. Maar als ik in de buurt kwam, rende hij voor me weg omdat hij dacht dat ik de de hoteldirecteur was die de rekening kwam brengen”, lacht Cools.

Liesbeth is een gouden sleutel
ed cools

Nieuw idee

“Ramses trok veel mensen aan, vervolgt Cools. “Artiesten kwamen iedere dag op bezoek en er ontstond een bijzondere sfeer. Ze zochten elkaar op. Zo kwamen Liesbeth en ik op het idee om iets voor kunstenaars te doen in Amsterdam. Door onze drukke bezigheden kwam dat er niet zo van, maar toen ik met vervroegd pensioen ging hebben we het weer opgepakt. Bij Liesbeth thuis hebben we het idee verder uitgewerkt en we haalden er wat meer mensen bij. Siep de Haan, Lenno Jacques en Bernadette Zevenhuizen. Maar ja, hoe organiseer je dat? We gingen met ons verhaal naar wethouder Erik van der Burg en een beleidsambtenaar. In dat soort trajecten is Liesbeth echt een gouden sleutel. Ze kan dat fantastisch. Is een geweldige ambassadeur. Als je maar niet te vroeg in de ochtend afspreekt. Uitslapen, make-up, pruik op”, lacht Cools.

Ramses Shaffy Huis

“In 2015 gaf ik een workshop over het idee van het Ramses Shaffy Huis waar ook corporatie Stadgenoot bij aanwezig was. Die sloegen erop aan en wilden verder praten. Ze waren bezig met een grote ontwikkeling aan de Oostelijke Handelskade. Het gebouwconcept was al helemaal bedacht, maar we kregen de gelegenheid om te kijken of het bij ons paste. Het gebouw kreeg twee- en drie-kamer appartementen en had twee mooie atria (hoe is het mogelijk in de sociale huur?). In totaal 36 appartementen en zes atelierruimtes van Urban Resort. De kunstenaars huren rechtstreeks bij de woningcorporatie op voordracht van onze Stichting KunstenaarsHuizen Amsterdam. De jonge kunstenaars worden voorgedragen door Bureau Broedplaatsen van de gemeente en mensen met een zorgvraag worden ondersteund door Zorggroep Amsterdam Oost.”

Lange wachtlijst

“We hebben vanaf de start een lange wachtlijst, maar ook vraag naar woningen voor kunstenaars met, bijvoorbeeld, dementie. Bij het Ramses Shaffy Huis is geen 24-uurs zorg aanwezig. Samen met Stadgenoot en Zorggroep Amsterdam Oost zijn we het initiatief gestart om ook voor die doelgroep iets te doen. Stadgenoot heeft een mooie locatie op de oostelijke eilanden toegewezen aan ons. Maar het moet qua opzet niet hetzelfde zijn als het Ramses Shaffy Huis, want dat is niet geschikt voor deze doelgroep. Via een vriend kwam ik op het spoor van FAME terecht. We hebben een van de locaties die FAME gerealiseerd heeft bezocht en visies gedeeld. Het concept Beschermd Wonen van FAME sluit heel goed aan bij onze manier van denken en vormt een mooie basis om er voor ons iets heel moois van te maken. We zijn begonnen met interactieve workshops onder leiding van Anneke Nijhoff en de plannen beginnen al snel vorm te krijgen. Het worden atelier-appartementen waar mensen hun leven gewoon voort kunnen zetten. Geen verpleeghuissfeer en voldoende ruimte voor alle vormen van kunst en cultuur’.

Het kan ook gewoon het dorpse leven
zijn dat identiteit geeft en verbindt
ed cools

De buitenwereld binnen

We komen te spreken over de transitie van verpleeg- en verzorgingshuizen in het algemeen in Nederland. In welke zin kan het succes van het Ramses Shaffy Huis een voorbeeld zijn. Cools: “Kernwaarden als eigen regie of je eigen leven behouden, zijn van die theoretische concepten waar ik van zeg: wie kan daar nu op tegen zijn? Ik benader het praktischer. Volgens mij moet de basis altijd zijn dat mensen hun eigen woning hebben. Of je nu kunstenaar bent of iets anders, dement of niet,  die eigen plek is altijd al belangrijk voor je geweest. Vervolgens gaat het erom wat mensen verbindt. Bij ons is dat kunst en cultuur. Dat wordt iedere dag geleefd en iedereen geeft er op zijn eigen manier invulling aan. Maar het kan ook gewoon het dorpse leven zijn dat identiteit geeft en verbindt. Of dat van een wijk als de Dapperbuurt. Vervolgens is het belangrijk dat je veel verbindingen maakt. Zorgorganisaties hebben de neiging om alles zelf te willen doen. Haal de buitenwereld naar binnen en bied de juiste zorg alleen als ondersteuning. Het is belangrijk dat er spontane initiatieven mogelijk zijn. Dan komt het tot leven. Dat is de manier waarop ik het op alle plekken waar ik heb gewerkt heb gedaan.”

Meer weten over deze samenwerking?

Neem dan contact op met:

Bel me terug