Willy van Nuland.jpeg

Willy van Nuland

Willy van Nuland (74), bewoner van Eikenhorst in Groesbeek heeft zich op het verzetje van een fotosessie en een interview voor dit Magazine verheugd. Als de fotograaf ’s ochtends om negen uur aankomt staat de deur van zijn appartement al open en de koffie staat te pruttelen in het koffie apparaat. Het register met sterke verhalen staat direct wijd open.

Willy van Nuland is een gangmaker. Met pretoogjes steekt hij van wal, terwijl de fotograaf zijn kans schoon ziet om dat vast te leggen. Na drie kwartier is de fotosessie (jammer genoeg) afgelopen en moet er een half uurtje worden gewacht voor het interview. Geen probleem, want dan is er even tijd om naar de rijdende winkel te gaan voor wat frisdrank, een pakje boter en een paar bakjes huzarensalade. De fotograaf loopt mee naar de winkel. Willy zwaait.

‘Ik was geen lieverdje vroeger’ steekt Willy met een onvervalst Brabants accent van wal en hij wijst met een schamper lachje naar zijn vuisten. ‘Ik ben geboren en getogen in Nistelrode. We woonden op een klein boerderijtje tegen het vliegveld aan. In de oorlog hadden de Duitsers de schuur gevorderd, maar ik ging gewoon met ze om. Daarom spreek ik ook zo goed Duits. Ik heb tot mijn achtentwintigste thuis gewoond. Mijn vader zat in de bouw bij een bedrijf in Rosmalen. Ikzelf werd kraanmachinist. Ik ben twee keer met een kraan van veertig meter hoog omgevallen, maar de volgende dag gewoon weer naar het werk hé. Ik ben een vrijbuiter’.

Eén keer was Willy getrouwd. Na vijfentwintig jaar huwelijk is zijn vrouw overleden. Daarna had Willy een vriendin die na zestien jaar overleed aan de gevolgen van een hersenbloeding. Met Willy zelf ging het na zijn pensionering ook niet zo goed. Hij had last van zijn hart, zijn nieren en hij kreeg suikerziekte. Het lag niet in zijn aard om daar serieus mee om te gaan. Willy had er een hekel aan om naar de dokter te gaan. Ten gevolge van de suikerziekte liep dat fataal af voor zijn linkerbeen, die moest worden afgezet toen Willy 72 was.

Ik was geen lieverdje vroeger
Willy van Nuland

‘Ik heb het heel moeilijk gehad in die tijd. Ik moest eerst 19 maanden revalideren. Jammer genoeg kon ik daarna niet terug naar huis, want zelfstandig wonen ging niet meer, dus moest ik naar het verpleeghuis. Dat was best gezellig hoor! We sliepen met z’n vieren op een zaaltje en overdag zaten we in de grote zaal te kletsen en spelletjes te doen. Maar je bent je eigen leventje wel helemaal kwijt! Er is weinig ruimte meer om de dingen te doen zoals je het gewend was’.

‘Toen dit gebouw klaar was kreeg ik de kans om hier mijn eigen woning te krijgen. Daar was ik heel blij mee. Wat ik belangrijk vind is dat ik mijn eigen, hoe noem je dat?, ja privacy heb. Ik heb hier m’n eigen spullen om me heen. Foto’s van vroeger aan de wand, mijn eigen meubels, mijn eigen televisie, m’n CD collectie (ik heb 800 CD’s met Nederlandstalige muziek) en ik kan hier gewoon m’n sigaretje roken wat ik graag doe. Het appartement is groot genoeg. Groter is voor mij onhandig. Toch kan ik niet zonder de mensen om me heen, dus ik ben blij dat we hier zo fijn met elkaar aan een pleintje wonen. In het begin was het even een ‘bromnestje’, maar het was al snel gezellig. Daar moet iedereen z’n best voor doen. Als ik me niet goed voel hoef ik alleen op een knopje te drukken en iemand van de verzorging komt me helpen of geeft me een pilletje. Ik hoef me dus geen zorgen te maken. En er is altijd gezelligheid. Of de buurvrouw komt bij mij op bezoek, of we zitten met elkaar een spelletje te doen in de buurtkamer, je hoeft je hier niet te vervelen. Maar als ik het zat ben zegt ik kom, we gaan maar ‘es naar huis’.

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug