In Holland
staat een huis

'In Holland staat een huis, van je singela singela hopsasa' zongen we op het schoolplein. Zo onbezorgd als het toen klonk is het niet meer als we het over vastgoed en zorg hebben. Vastgoed blijkt voor menig zorgorganisatie zelfs een hoofdpijndossier. Te weinig geld, ingewikkelde samenwerkingsafspraken, knellende kaders vanuit wet- en regelgeving zijn de thema’s die tot hoofdpijn leiden.

Op het schoolplein hadden we daar nog geen weet van. We zongen verder ‘in dat huis daar woont een heer' en die heer had dan weer een vrouw, een kind, een hond en kat en alles wat we erbij konden verzinnen. We zagen het voor ons. Als we het nu over huisvesting en zorg hebben, komen we er soms niet meer aan toe het nog eens over de heer, de vrouw, het kind, de hond en de kat te hebben. De complexiteit van onvoldoende financiële middelen, de samenwerking en de wettelijke kaders slokken onze aandacht zodanig op dat er soms letterlijk en figuurlijk geen ruimte meer is. Als gevolg daarvan zijn zit/slaapkamers, sommige zelfs met gedeeld sanitair, nog steeds gemeengoed. Niet eens bedoeld voor een tijdelijk verblijf, maar voor permanente bewoning. 

Zou het ook anders kunnen? Als er over zorgvastgoed wordt gesproken, gaat het al snel over de  financiële haalbaarheid, de wijze van samenwerken en over de wettelijke kaders. Alles bij elkaar zeker complex, vooral als er meerdere partijen betrokken zijn. Als gevolg hiervan worden de beschikbare financiën, de samenwerkingsafspraken en de wettelijke kaders helaas al snel zeer bepalend voor het ontwerp. Dit is vaak pas na realisatie zichtbaar. Dan blijkt het gebouw lang niet altijd aan te sluiten bij de behoeften van de mensen die er wonen of die er gebruik van maken. Hoe kunnen we dit voorkomen? Is het wel te voorkomen?

Een gebouw gaat misschien wel 40 jaar mee. In die tijd verandert er veel. Toch denk ik dat het beter kan. Wie gaan er nu wonen in het huis? Zien we dat wel voor ons, welke heer, welke vrouw, al dan niet met kind, kat en hond? Daar zou bij elke herontwikkeling of ieder nieuwbouwproces voldoende tijd en gelegenheid voor moeten worden ingeruimd. Zou je er zelf willen wonen? Zou je zelf gebruik willen maken van datgeen waar je als professional bij betrokken bent? Als het antwoord nee is, geeft dit inzicht, vooral als je nadenkt 
over het waarom van dit antwoord. Je zou deze vraag als bouw- of ontwerpteam ook met regelmaat 
aan elkaar moeten stellen. Vraag het eens aan je buurvrouw, je vrienden of aan mensen die er 
dagelijks mee te maken hebben.  Als we ons echt verdiepen in de diverse wensen en behoeften van 
de mensen die er gaan wonen kunnen we misschien weer eens onbezorgd zingen. Ook als het over 
wonen en zorg gaat ‘In Holland staat een huis en in dat huis voel ik me thuis’!  

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug