
Kom werken in de wereld van onze bewoners
Woonzorggroep Samen heeft een ambitieuze doelstelling geformuleerd: in 2025 wil de organisatie substantieel meer cliƫnten helpen met hetzelfde aantal medewerkers. In samenwerking met HevoFame ontwikkelde en realiseerde Samen in Hippolytushoef een nieuw concept voor wonen en zorg dat die ambitie mogelijk moet maken.
interview met Tanja Ineke en Caroline KooijmanBestuurder Tanja Ineke en projectleider Caroline Kooijman vertellen dat de doelstelling medewerkers in eerste instantie onrustig heeft gemaakt. Dat is logisch, omdat vanuit het perspectief van de medewerkers de interpretatie al snel is: we moeten nóg harder gaan werken. Maar dat is natuurlijk niet de oplossing. Uiteraard gaat het over een ándere manier van werken, het speelveld moet op de schop, want nog harder werken kan eenvoudigweg niet. Dus op die manier lost ook Samen de groeiende vraag naar zorg en het krappe aanbod aan medewerkers niet op. De communicatie over de nieuwe manier van werken en het tempo van invoeren vragen continue aandacht.
We willen meer mensen
ondersteunen met hetzelfde
aantal medewerkers
Samen lukt het
Tanja Ineke: “Het feit dat we de zorg anders moeten gaan organiseren geldt voor alle zorgorganisaties in Nederland. De visie en de bijbehorende ambities worden dan ook breed gedragen.” Onder die visie, met de titel Samen lukt het, liggen vier pijlers. Om te beginnen dus meer mensen helpen met hetzelfde aantal medewerkers.
Ineke: “Verder hebben we de ambitie om in Noord-Holland Noord de zorgorganisatie te zijn die het hoogst scoort op werkplezier. We willen een aantoonbare bijdrage leveren aan een gezonde, zorgzame en duurzame samenleving. En we willen 2% rendement blijven halen. Die vier pijlers in samenhang moeten maken dat we de maatschappij kunnen bedienen op een manier die van ons gevraagd wordt met het publieke geld dat daarvoor beschikbaar wordt gesteld. Dat is een hele uitdaging, zowel organisatorisch, qua cultuur als financieel.”
Vanuit Positieve Gezondheid
Hoe begin je aan zo’n uitdaging?
Ineke: “Die ambities waarmaken begint met anders kijken naar mensen met een zorgvraag en de manier waarop je ondersteuning biedt. We zijn in de afgelopen decennia alles ‘zorg’ gaan noemen en hebben als zorgorganisatie individuele mogelijkheden en verantwoordelijkheden vaak uit handen genomen. Ons nieuwe vertrekpunt is sterk geïnspireerd door het concept van Positieve Gezondheid van Machteld Huber. Daar zijn de meeste medewerkers inmiddels in geschoold.” Vanuit dit nieuwe vertrekpunt legt Samen de regie zoveel mogelijk bij de bewoner en zijn of haar persoonlijke netwerk. Daarmee gaat het speelveld van bewoners, het eigen netwerk, medewerkers, vrijwilligers en buurt op de schop. De samenwerking krijgt opnieuw vorm vanuit vijf vragen.
Ineke: “De eerste vraag die we nieuwe bewoners stellen is: Wat kun je nog zelf? De situatie nu is dat mensen nog voornamelijk met een ZZP indicatie bij ons komen waarin wonen en zorg nog niet gescheiden zijn en wij overal voor verantwoordelijk zijn. Wij doen alles en dat verwachten bewoners en mantelzorgers ook. Dit is niet wenselijk en ook niet vol te houden. De tweede vraag is met welke technologie iemand ondersteund kan worden in de eigen regie. Vervolgens vragen we het netwerk van de bewoners waarin wij hen kunnen ondersteunen. In deze nieuwe opzet komt pas daarna de professionele zorgverlener in beeld. Die is er voor de noodzakelijke zorg, zoals we dat noemen.”
De professionele zorgverlener
is er voor noodzakelijke zorg
Overheid faciliteert niet
Met de visie sluit Samen naadloos aan op het beleid van de overheid die mensen zolang mogelijk onder eigen regie zelfstandig thuis wil laten wonen, waarbij de definitie van ‘thuis’ inmiddels ook een eigen woning bij een organisatie als Samen kan zijn.
Ineke: “Dus zo lang mogelijk thuis inderdaad, met lichte zorg en naarmate er meer nodig is, schalen we de professionele zorg verder op. Ik vind het goed dat de overheid deze ontwikkelrichting stimuleert, maar waar ik met mijn verstand niet bij kan is dat diezelfde overheid deze ontwikkeling onvoldoende financieel faciliteert met verliesgevende tarieven en een sturing op doelmatigheid. Thuiszorg, want daar begint de ondersteuningsbehoefte, is het meest slecht betaald en verliesgevend. Het is een uitdaging om de businesscase voor Hippolytushoef rond te krijgen met een mix van thuiszorg, ZZP, VPT of MPT. Zolang een intramurale businesscase nog aantrekkelijker is dan het volwaardige alternatief op basis van scheiden van wonen en zorg blijft het voor ons financieel gezien een grote puzzel.”
Hippolytushoef faciliteert
Het grote verhaal is duidelijk. Hoe zit het met de praktijk in Hippolytushoef? In Hippolytushoef maakte het voormalig Noorderlicht plaats voor twee nieuwbouw locaties: Hof van Wieringen en Ulkediep, ieder met een eigen identiteit gebaseerd op wonen in het dorp en wonen aan het water. De 64 zelfstandige appartementen verdeeld over beide gebouwen zijn geschikt voor individuele bewoners én echtparen. Wonen en leven op je eigen manier is de kern van het zorgconcept in Hof van Wieringen en Ulkediep. Een sociale en veilige woonomgeving waar mensen elkaar zowel binnen als buiten makkelijk kunnen ontmoeten en waar ruimte is voor tal van activiteiten.
Projectleider Caroline Kooijman: “Mensen zijn ontroerd en blij verrast met hoe mooi alles is geworden en hoe sfeervol het is. Familie geeft aan weer echt thuis op bezoek te komen bij vader en/of moeder in hun eigen appartement en nemen van nature veel taken op zich waar we anders om zouden moeten vragen. En er begint langzaamaan reuring te ontstaan in de buurtjes omdat ook familie en mantelzorgers elkaar ontmoeten en onderling afspraken maakt om elkaar te helpen en het gezellig te maken. Het gebouw trekt ook nieuwe vrijwilligers aan. De buurt loopt makkelijker binnen. Precies wat we graag willen. Het gebouw faciliteert de nieuwe visie fantastisch.”
Mensen nemen spontaan taken op zich
waar we anders om zouden moeten vragen
Grootste uitdaging
Op de vraag waar de grootste uitdaging zit in de nieuwe manier van (samen)werken antwoord Kooijman stellig: “In mijn beleving is het gesprek met het persoonlijke netwerk de grootste uitdaging, daarin moeten we nog veel leren. Ze zijn vaak overbelast van alle zorg tot aan de verhuizing en dragen vader en/of moeder letterlijk aan ons over.! Heel begrijpelijk. Begin ik dan meteen over het nieuwe concept, dat we hén ondersteunen in plaats van andersom? Dat zijn we helemaal niet gewend. Hoe en wanneer ga je daarover het gesprek aan, dat is een zoektocht. Die verwachtingen managen is echt heel cruciaal. Niet alleen van het persoonlijke netwerk trouwens, ook van bewoners zelf en van onze medewerkers. Bewoners komen binnen en gaan letterlijk zitten met het idee dat alles bij hen gebracht wordt. Ze hebben er immers ‘hun hele leven hard voor gewerkt’ en leveren soms ook een stevige financiële eigen bijdrage om hier te wonen. En de meeste zorgmedewerkers zijn gewend om alles te regelen. ‘Dat doe ik wel even’ is een bekende en begrijpelijk reactie vanuit je zorghart. Maar daar gaan we het samen niet mee redden.”
Handen vrij maken
De herdefiniëring van wat nu precies noodzakelijke zorg is die echt door daarvoor opgeleide zorgprofessionals gegeven moet worden, moet ervoor zorgen dat er handen vrijkomen. En er gebeurt meer op het gebied van personele inzet.
Kooijman: “Het geld dat we beschikbaar hebben voor personeel verdelen we inmiddels anders dan voorheen. We werven bijvoorbeeld meer praktisch opgeleid personeel of zijinstromers die breed inzetbaar zijn en verdelen het werk anders over diverse medewerkers. Met dat groene jasje ben je dus niet alleen maar meer van die en die taak. Ook daar zijn we aan het schuiven. Het maakt dat medewerkers flexibeler inzetbaar zijn en breder betrokken raken bij het geheel van aandacht en zorg rondom mensen. Het mooie daarvan is dat die bredere betrokkenheid een positief effect heeft op het werkplezier.”
Wereld van verschil
Inmiddels werft Samen vanuit een ander perspectief.
Kooijman: “We vragen mensen niet meer: ‘Kom je bij ons werken?’. We nodigen hen uit te komen werken in de wereld van onze bewoners. Dat is letterlijk een wereld van verschil. Het leven van bewoners speelt zich allereerst af in hun eigen appartement. Daar zijn onze medewerkers te gast en dat betekent bijvoorbeeld dat een kast van de bewoner niet meer is gevuld met materialen van Samen. Dat is wennen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor het gebruik van domotica, zoals een polsbandje dat er voor zorgt dat een bewoner met dementie autonomie en bewegingsruimte geeft. Een medewerker vond dat in eerste instantie heel ongemakkelijk, omdat ze gewend is om er altijd en overal voor bewoners te zijn. Maar eerder bepaalde degene die meeliep waar de bewoner wel en niet mag komen. Vanuit het perspectief van positieve gezondheid kijk je eerst of het de bewoner zelfstandig lukt met deze ondersteuning voordat je er een medewerker voor inzet. We zijn er van overtuigd dat het zowel bijdraagt aan het welbevinden van bewoners als aan een andere belasting van onze medewerkers.”
Wie doet de koffie?
Ook bewoners moeten wennen aan de nieuwe gang van zaken. Ineke en Kooijman noemen allebei de koffie als sprekend voorbeeld.
Kooijman: “De koffie werd voorheen voor hen gezet en ingeschonken. Nu doen ze dat zelf en schenken ze elkaar in. Dat vonden ze eerst maar vreemd maar het heeft duidelijk meerdere functies. Bewoners zijn lichamelijk in beweging, zinvol bezig en er is onderling contact.”
Ineke: “Precies, het is geen verwaarlozing, het leidt juist tot waardevol samenzijn. De koffie is dus meer dan symbolisch. Het doet me denken aan de directeur van Humanitas die lang geleden de eerste huisdieren toestond. Hij zei: “dat vind ik belangrijk, want dan gaan mensen door hun knieën voor het voerbakje”. Ik had daar nog nooit zo naar gekeken en ik heb het altijd onthouden. Hoe belangrijk dit soort kleine dingen kunnen zijn. Het is een gezamenlijke zoektocht gericht op meer eigen regie voor onze bewoners. Daarin spelen we allemaal een rol. Samen krijgen we het werk verricht.”
bekijk project