Scheiden van Wonen en Zorg
Woningcorporatie Woonwaarts en zorgorganisatie OBG hebben de handen in een geslagen om een woonvorm voor ouderen met een intensieve zorgvraag te realiseren in de Bomenbuurt in Nijmegen Oost. Aanleiding is de toenemende vraag aan woonvormen voor mensen met zorg in de wijk en de zoektocht van OBG naar kleinschalige beschermde woonvormen voor mensen die in deze wijk wonen. Het woongebouw is volledige voorbereid op het scheiden van wonen en zorg. De plek waar zij nu De Vlier realiseren is in de Bomenbuurt. OBG huurt het het gebouw van Woonwaarts en sluit huurcontracten af met de bewoners op basis van het Volledig Pakket Thuis (VPT). In het gebouw komen mensen met dementie te wonen. De woningcorporatie wilde heel graag deze beschermde woonvorm realiseren voor OBG op voorwaarde dat het in basis zelfstandige appartementen waren, dus expliciet géén studio’s of kamers. Voor OBG paste dit geheel in hun visie op zorg waarbij zij uitgaan van de eigen regie van bewoners en een situatie waarbij de nadruk ligt op het wonen. En waarbij het tweekamer appartement ook prettig is voor familie en mantelzorgers, een belangrijk aandachtspunt voor OBG.
HevoFame heeft de architectuur opdracht gekregen nadat zij uit een architectenselectie voor deze vraag hebben gewonnen. HevoFame is als architect geselecteerd op basis van haar enorme ervaring met het realiseren van dergelijke woonvormen die uitgaan van de positieve gezondheid van bewoners en medewerkers en die geschikt voor gewoon wonen én voor zwaardere zorg.
Bijzondere locatie
De locatie betreft de plek van de voormalige Maria Regina Huishoudschool (en later het Montessori College) op de hoek van de Vlierestraat en de Elzenstraat in de Bomenbuurt in Nijmegen Oost. Een grote plus van deze locatie is dat dit midden in een woonwijk ligt, maar ook dicht bij voorzieningen. Alhoewel de locatie zelf niet valt onder het beschermingsgebied conform de Welstandsnota geldt dit wel voor de overkant van zowel de Vlierestraat als de Elzenstraat. Dit is opgezet volgens de principes van het tuindorp. De nieuwbouw krijgt min of meer dezelfde positie als de voormalige school waarbij het zicht op de Koningstoren vanaf verschillende plekken uit de buurt behouden blijft. De lommerrijke straten en het groene karakter draagt enorm bij aan de positieve gezondheid. Er is een intensief traject doorlopen met vertegenwoordiging uit de buurt, en waar zoveel als mogelijk rekening is gehouden met wensen en belangen van de partijen. Een van deze maatregelen is het beperken van het volume tot 2 bouwlagen in plaats van de volgens het bestemmingsplan toegestane hoogte voor 3 bouwlagen. Daarnaast is ook veelvuldige afstemming geweest met de CPO ontwikkeling aan de noordzijde van De Vlier om samen te werken aan een fraai en groen binnengebied tussen de twee ontwikkelingen in. In een vroeg stadium heeft ook al het eerste overleg met de welstandscommissie plaatsgevonden over de stedenbouwkundige inpassing en hoofdopzet van het gebouw en architectuur.
Planopzet en architectuur
Belangrijk in de opzet van het gebouw in de buurt is de tuin. Aan de straatzijden is sprake van een voortuin in lijn met de tuindorp gedachte. Aan de van de straat af gekeerde zijden is ruimte voor een beschutte tuin voor de bewoners. De hoofdentree van het woongebouw krijgt nagenoeg dezelfde positie als de entree van de voormalige school aan de Vlierestraat. Deze ligt centraal in het gebouw waarvandaan op de begane grond en verdieping links en rechts twee woonvleugels van 9 appartementen te bereiken zijn. Per 9 appartementen ligt er een buurtkamer aan de binnentuin aan de van de straat gekeerde zijde. Deze komen direct uit op de tuin of groot balkon. De appartementen liggen aan een corridor waar op veel plekken daglicht binnen komt en uitzicht is op de tuin. Dit is belangrijk voor de beleving en welbevinden van bewoners en werknemers. Voor bewoners draagt dit bijvoorbeeld in positieve zin bij aan hun dag- en nachtritme. De corridor is zodanig ingericht en vormgegeven dat er gelegenheid is voor spontane ontmoeting en het identiteit kunnen geven aan de eigen woning. In de centrale hal is op de verdieping een ontmoetingsruimte gecreëerd boven de entree met zicht op de Vlierestraat.
In het terrein zit een hoogteverschil van circa 2 meter die ook weer terug te zien is n het gebouw volume; het gebouw “beweegt” mee omhoog richting de Elzenstraat waarbij de twee bouwlagen ieder gelijkvloers blijven. De centrale entree met klein hoogteaccent ligt als overgang tussen het lagere en hogere volume. Qua volume en positionering refereert het gebouw aan de voormalige school. In de ritmering van ramen wordt het karakter van een woongebouw benadrukt. Er is aansluiting gezocht met de tuindorp architectuur van de Bomenbuurt door in de keuze voor metselwerk met verbijzonderingen daarin in de gevel gecombineerd met bijna witte kozijnen en een nadrukkelijk sterke horizontale dakrand als gevelbeëindiging. Het doel is om een woongebouw te realiseren waar mensen met een intensieve zorgvraag op een prettige manier kunnen wonen en professionele zorg kunnen ontvangen.

