Dorsman.png

Mevrouw Dorsman

Op haar 86e moest het er toch maar eens van komen: mevrouw Dorsman verhuisde van een ruime twee-onder-een-kap woning, waar ze 45 jaar heeft gewoond, naar een appartement in een geclusterde woonvorm. Weliswaar in hetzelfde dorp en zelfs in dezelfde straat, maar toch, het is een hele stap op die leeftijd.

Mevrouw Dorsman is 88 jaar en heeft twee jaar geleden na wikken en wegen de beslissing genomen te verhuizen. ‘Nou hoor ‘es, dat doe je niet zomaar, ik heb daar 45 jaar met heel veel plezier gewoond, dus het is een hele stap.' De overwegingen om toch te verhuizen zijn zowel praktisch als emotioneel van aard. 

‘Het huis met een grote tuin werd gewoon te groot voor mij. Ik hou van netjes, dus het is een hele klus om het allemaal schoon te houden en je hebt al die ruimte niet eens nodig. Ik houd wel erg van werken in de tuin, maar ik moest bij het grasmaaien om de vijf minuten even zitten. Achteraf had dat te maken met mijn hart, maar dat wist ik toen nog niet.

Soms dacht ik, ik hoor hier niet te wonen. In dit huis moet een gezin wonen, met kinderen die hier prachtig kunnen spelen. Ik heb het altijd heel gezellig gehad met mijn buren, maar van mijn generatie zijn ze allemaal weg uit de straat. De jonge mensen werken overdag en zijn druk met hun eigen dingen, dus je woont wel een beetje alleen. Mijn twee zoons hebben me het laatste zetje gegeven. Ze wonen allebei ver weg. Een in Zoetermeer en een in Nieuw Zeeland. Als er iets is, zijn ze niet zo bij me en ze hadden liever dat ik ergens zou wonen waar het wat beschutter is.’ 

Met haar respectabele leeftijd straalt mevrouw Dorsman veel levenslust uit. ‘Ik heb er altijd al veel zin in gehad, in het leven. Ik ben geboren in een ondernemersgezin in Woubrugge. Mijn ouders hadden een meubel- en stoffenzaak. Een leuk gezin hoor, maar ik wilde graag weg. Het was mij te bekrompen. Aan het eind van de oorlog waren er bij ons thuis mensen uit Den Haag om op krachten te komen. Die man werkte bij het Ministerie van Economische Zaken en kon voor mij wel een baantje regelen daar. Dat leek mij natuurlijk wel wat. Ik was negentien. Ik deelde een appartementje met een ander meisje in Den Haag. Heerlijk! Ik ging iedere maandagavond naar het Kuhrhaus, naar violisten Theo Olof en Herman Krebbers. Prachtig was dat. Nadat ik met mijn man trouwde in 1950 en kinderen kreeg was ik druk met ons gezin. We zijn een paar keer verhuisd voordat we in Epse terechtkwamen. In 1986 is mijn man overleden. Sinds die tijd woon ik weer alleen. Tot op de dag van vandaag ben ik nog aan het studeren. Kunstgeschiedenis en Engels. Ik ga graag naar het theater. Enig!'

De overstap naar de nieuwe woning bevalt heel goed. ‘Mijn zoon in Zoetermeer heeft wel eens gesuggereerd dat ik daar in de buurt zou kunnen wonen, maar dat wilde ik niet. Ik ben hier toch geworteld. Het bevalt me hier. Het buitenleven, het dorp, de mensen die je kent. En ik ben blij dat ik twee jaar geleden de stap naar dit appartement heb gezet. Mijn gezondheid gaat toch achteruit. Ik krijg binnenkort een nieuwe hartklep, ik heb suikerziekte. Je wordt toch wat angstiger dat er wat kan gebeuren. Wat ik prettig vind is dat ik hier gewoon in mijn eigen huis woon, maar dat ik van allerlei gemakken gebruik kan maken als ik dat wil. De persoonsalarmering, de buren om mij heen en het gebouw geven mij een veilig gevoel. Iedereen houdt elkaar een beetje in de gaten, dat is fijn.  

Er komt regelmatig iemand op bezoek, maar we kunnen elkaar ook ontmoeten in de gemeenschappelijke ruimte. Daar eten we ook een paar keer per week met elkaar. Dat vind ik gezellig. Er komen trouwens ook mensen eten die hier niet wonen. Verder is hier twee keer per week dagopvang voor mensen uit het dorp en is er een beheerder die klusjes doet en toezicht houdt.
 

"Iedereen houdt elkaar een beetje
in de gaten, dat is fijn."
Mevrouw dorsman

Over het appartement heeft mevrouw Dorsman een uitgesproken visie. ‘Hoor ‘es, een architect moet weten wat een echte huisvrouw nodig heeft. Je hebt een plek nodig om je was te drogen. Dat doe ik het liefst in de badkamer, omdat het niet erg is als het daar vochtig is. Maar dan moet er geen toilet in de badkamer. Dat is niet fijn. Het liefst heb ik ook een raampje in de badkamer. Verder is het belangrijk dat er veel daglicht is. Een logeerkamertje die je ook kunt gebruiken om dingen op te bergen en een aparte keuken. Want een keuken in de woonkamer is niet fijn. Alles ruikt dan naar eten. 

Op het toilet in de badkamer na bevalt het appartement heel goed. Volgende week wordt mevrouw Dorsman geopereerd aan haar hart. ‘Dan kan ik er weer minstens tien jaar tegen.’
 

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug