20 januari 2021

De rol van het kantoor in het mogelijk maken van werk is daarmee in een ander daglicht komen te staan. De coronacrisis heeft laten zien dat werken vanaf een andere locatie ook goed mogelijk is. Organisaties vragen zich direct af wat de impact hiervan is op hun vastgoed. Is er nog wel behoefte aan kantoorhuisvesting in de toekomst? En wat is die behoefte? Waar de ene organisatie thuiswerken tot de norm verheft, besluiten andere organisaties om de kantooromgeving aantrekkelijk te maken, zodat het kantoor het hart van de organisatie blijft.

Een versnelde popularisering van digitaal, plaats- én tijdonafhankelijk werken?

Ondanks een versnelde popularisering van het thuiswerken, zijn er ook nadelen aan verbonden. Doordat ineens altijd en overal gewerkt kan worden hebben medewerkers het gevoel altijd ‘aan te staan’. De grens tussen werk en privé vervaagt. Daarnaast vraagt het digitaal werken en vergaderen veel meer van ons brein dan dat een fysiek overleg dat doet en kan niet elke thuiswerkplek als goede Arbo-conforme plek worden bestempeld. Er zijn steeds meer signalen dat na de coronacrisis medewerkers graag terugkeren naar kantoor. Tijdens de versoepeling van de coronamaatregelen zag je dit direct terug in de omgeving. De snelwegen raakten weer voller en daar waar het kon werkte men weer graag een paar dagen op kantoor.
Het sociale aspect speelt daarbij een belangrijke rol. Het praatje met collega’s bij de koffieautomaat is een aspect dat veel wordt gemist bij het thuiswerken.

Desalniettemin wordt ook na de coronacrisis mogelijk meer thuisgewerkt dan voorheen. De keuze tussen thuis of op kantoor werken wordt meer afhankelijk van de activiteiten die een medewerker verwacht te gaan doen gedurende die dag. Sommige activiteiten lenen zich goed om thuis uit te voeren. Voor andere activiteiten is (samen)werken op kantoor wenselijk. HEVO identificeert daarin zes categorieën werkzaamheden:

  1. Productie (individuele bureau)werkzaamheden
  2. Elkaar informeren
  3. Beslissingen nemen
  4. Oplossingen zoeken
  5. Persoonlijk (informeel) contact
  6. Leren en ontwikkelen


1, 2 en 3 kunnen prima thuis. Dat is effectiever en efficiënter omdat men ongestoord en tijd- en plaatsonafhankelijk kan werken. Activiteiten 4, 5 en 6 doen we liever op kantoor, het liefst samen in een fysieke ruimte. Deze activiteiten vragen interactie.

Geen ochtend- en avondspits meer?

Wanneer het hybride werken een vast onderdeel van het werkpatroon wordt, zullen we flexibeler omgaan met de reisbewegingen. Waarom zouden we immers in de file gaan staan als we ook eerst een paar uurtjes vanuit huis kunnen werken? Mogelijk dat de hoeveelheid reisbewegingen in zijn algemeenheid zal afnemen. Het digitaal ontmoeten heeft zijn effectiviteit immers bewezen en plaatst de locatie van de kantoorhuisvesting van een organisatie in een ander perspectief. Tegelijkertijd is de herwaardering van een andere soort mobiliteit, namelijk een wandeling tijdens de lunchpauze, enorm toegenomen.

Tot slot

Dat de coronacrisis impact heeft op onze manier van (samen)werken en daarmee op de mobiliteitsoverwegingen lijdt geen twijfel. Echter is het moeilijk op deze korte termijn te bepalen wat die impact precies gaat zijn. Mensen blijven immers gewoontedieren en vallen al snel terug in oude gewoonten als de omstandigheden dat toelaten. Neem daarom als organisatie zijnde op de korte termijn geen overhaaste beslissingen op basis van emotie en geluiden uit de markt, geen enkele organisatie is hetzelfde!

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug