18 april 2025
HEVO hoopt bij te dragen aan een ‘eerlijke en open discussie’ over de kosten van passende onderwijshuisvesting en een hulpmiddel te bieden om te komen tot een ‘reële gemeentelijke bijdrage’ in de kosten voor nieuwbouw. ‘Dit klinkt te goed om waar te zijn, gezien de stevige gesprekken die nog moet plaatsvinden over de financiën! Zo moet je dat niet zien’, stelt bouwkundig adviseur duurzaamheid Martijn van Gemert met een lach.
Te duur?
Wat een nieuw schoolgebouw kost heeft te maken met de ambities van schoolbesturen en gemeenten met betrekking tot kwaliteit en duurzaamheid van schoolgebouwen. Martijn, die werkt op het snijvlak van duurzaamheid en kostentechnische vraagstukken: ‘Als dat budget te laag is, kan er geen goed en gezond gebouw worden neergezet. Wij willen die discussie scherper maken. Wat kun je verwachten voor het beschikbare budget? Welke kwaliteit krijg je? Is dat kwaliteitsniveau acceptabel? Zo nee, wat ga je dan doen? Budgetten verhogen? Zo ja, wie gaat dat betalen? Is het de zorgplicht van de gemeente of nice to have voor de school? Zo’n gesprek wordt gemakkelijker met de juiste kengetallen.’
Onderwijsgebouwen worden vanuit de wettelijke zorgplicht in de basis gefinancierd door gemeenten. Voor het berekenen van de kosten, en om de discussie over kosten, baten en functionaliteit van schoolgebouwen naar een hoger plan te tillen, lanceerden wij een kostenconfigurator. Deze tool biedt al meer dan een decennium een handvat en wordt jaarlijks van een update voorzien.
Veel achterstand
Er is een grote achterstand als het gaat om de kwaliteit van schoolgebouwen. De vernieuwingsopgave is dan ook groot. Martijn: ‘Goed onderwijs vraagt om goede scholen en we lopen achter op dit gebied. In 2030 is meer dan twee derde van de huidige schoolgebouwen ouder dan 40 jaar en de helft zelfs ouder dan 50 jaar. Recent opgeleverde gebouwen zijn prima, maar de oudste gebouwen hebben lekkages en een slechte energiehuishouding. Ook is het binnenklimaat vaak niet optimaal. De gebouwen worden met tijdelijke oplossingen in stand gehouden. Vooral schoolgebouwen die ouder zijn dan 40 jaar moeten dringend vervangen worden. Vervangende nieuwbouw en levensduurverlengende renovatie zijn in die gevallen nodig. In de coronatijd zijn op zich goede investeringen gedaan in het binnenklimaat van oudere gebouwen maar soms ook wel een beetje ‘houtje-touwtje’.’
Kwaliteitsstandaard
Er zijn meer financiële middelen nodig dan het huidige stelsel levert. Hoe prominent staan functionaliteit en duurzaamheid van de gebouwen op de agenda? Martijn: ‘Sommige gemeenten hanteren de onderkant van de normen, andere gemeenten willen echt gaan voor ‘vooruitstrevend’, ‘duurzaam’ en ‘gezond’. Wanneer is er dan sprake van een optimale balans tussen energiezuinigheid, gezondheid, duurzaamheid en kosten van een nieuw te bouwen school? Wat moet het kwaliteitsniveau zijn van een nieuw te bouwen schoolgebouw? Ons uitgangspunt daarbij is het kostenbewust omgaan met publiek geld, dus met een balans in prijs-kwaliteit. Daarom hebben wij een objectieve kwaliteitsstandaard opgesteld als onafhankelijk adviseur. Wij hebben ervaring aan beide kanten. Soms staan we aan de kant van de school en de bouwer, soms aan de kant van de gemeente. Aan de hand van de methodiek Frisse Scholen 2021 hebben we onze eigen visie geschreven.’
Houten kozijnen
Vertrekpunt in de kostenconfigurator is het niveau Besluit Bouwwerken Leefomgeving (BBL). Daarnaast zijn er andere kwaliteiten waar standaard rekening mee gehouden moet worden, zoals flexibiliteit van de constructie ten behoeve van herindeelbaarheid, minimale beeldkwaliteitseisen en nuttig gebruik van verkeersruimten. De richtlijnen van Frisse Scholen 2021, het Kwaliteitskader Huisvesting, exploitatiegericht bouwen, duurzaam bouwen en de stap van BENG (bijna energieneutraal) naar ENG (energieneutraal) kunnen als variabelen worden aangevinkt.
Martijn: ‘BBL kun je niet uitzetten in onze configurator en exploitatiegericht bouwen moet je bespreken. Het onderhoud moet door de school zelf worden gedaan maar het budget daarvoor is beperkt. School en gemeente moeten het daar eerst over eens worden. Stel, er worden houten kozijnen toegepast. Die moeten om de paar jaar geschilderd worden. Dat zijn kosten voor het schoolbestuur. Of toch maar kiezen voor kunststof of aluminium kozijnen? Die zijn duurder in aanschaf, maar goedkoper in het onderhoud.’
Herbestemming
Nog een laatste punt bij nieuwbouw: hergebruik. Martijn: ‘Mijn advies is de herbestemming alvast mee te nemen in de kosten en het gebouw zo te ontwikkelen dat het daarna gebruikt kan worden voor woningen of kantoren. Ofwel: voldoende hoogte, een logische opbouw en de juiste stramienmaten. De gevel kun je eraf halen, als het casco maar te hergebruiken is. Dan doe je iets goeds qua circulariteit en zorg je voor een minder grote afvalberg. Soms kost dat vooraf wat meer geld en de gemeente moet wel bereid zijn om dat te betalen.’
Wat kost een schoolgebouw?
En dan nu: de hamvraag. Wat kost een schoolgebouw? Martijn: ‘Reken grosso modo op 3.000 tot 4.300 euro per vierkante meter brutovloeroppervlak. Dat is ook afhankelijk van het type onderwijs, primair, voortgezet of speciaal.’ En dan nog dit. Als het gaat om de huisvesting en financiering van onderwijs, wil ook Ruimte-OK met het Kwaliteitskader een ‘onafhankelijk startpunt’ zijn. De configurator biedt uitkomst. Martijn: ‘Wij komen die vraag regelmatig tegen. In onze kostenconfigurator kun je dit Kwaliteitskader Huisvesting van toepassing verklaren, waardoor andere opties vervallen. Met het aanvinken van het Kwaliteitskader Huisvesting van Ruimte-OK krijg je een prachtig maar ook duurder schoolgebouw. De meerprijs zal zo’n 700 euro per vierkante meter zijn.’
Ook interessant