18 september 2020

Investeert Nederland zich inderdaad uit de coronacrisis? En wat betekent dit voor het maatschappelijk vastgoed? Wat kunnen we verwachten op het gebied van verduurzaming? Wat komt er voor onderwijs- en ouderenhuisvesting uit het koffertje van Wopke Hoekstra? En hoe kijkt het kabinet tegen het toekomstig werken in kantoren aan? Enkele adviseurs van HEVO doken in de stukken. Zij laten hun licht schijnen over de voornemens van het kabinet.

Gemeenten spelen een sleutelrol in de ontwikkeling en exploitatie van maatschappelijk vastgoed. Veel van dergelijk vastgoed is in het bezit van gemeenten en daar waar dat niet het geval is (denk aan de zorg) hebben ze toch vaak een regisserende rol. Het is om die reden interessant om in te zoomen op het Gemeentefonds. Het geld dat via dit fonds beschikbaar komt, stijgt of daalt mee met de rijksuitgaven. Deze zogenaamde trap-op-trap-af systematiek pakte de laatste jaren voor gemeenten ongunstig uit en heeft tot veel discussies geleid, zeker omdat ze al financieel in zwaar weer zaten. Deze onzekerheid konden ze er niet bij hebben. Het goede nieuws is dat het rijk voor de jaren 2020 en 2021 deze systematiek ‘bevriest’ zodat fluctuaties niet meer aan de orde zijn. Daarbij ontvangen gemeenten komend jaar een reële vergoeding ter compensatie van de extra uitgaven en inkomstenderving als gevolg van de coronacrisis. Hoewel de financiële zorgen van gemeenten groot blijven en hiermee zeker niet verdwijnen, bieden deze maatregelen mogelijk enige lucht om aandacht te houden voor het broodnodige verbeteren en verduurzamen van bijvoorbeeld onderwijshuisvesting.

Zoals verwacht haalt het kabinet ook investeringen naar voren. Om invulling te geven aan het Urgenda-vonnis zet men al in 2021 middelen voor verduurzaming van de gebouwde omgeving in.

Verduurzaming van maatschappelijk vastgoed maakt deel uit van deze versnelling.

Verder komt er - ook in het kader van de coronacrisis - een investeringsimpuls van € 50 miljoen voor maatschappelijk vastgoed. Dit geld komt beschikbaar voor het onderhoud, de renovatie en de verduurzaming van scholen en sportgebouwen. Gezien de totale opgave waar we met deze categorie - vaak verouderde - gebouwen voor staan, is het een druppel op de gloeiende plaat. Maar het is een erkenning voor de problematiek die speelt. Laten we hopen dat dit een begin van een grotere impuls is om in de komende jaren echt werk te maken van kwaliteitsverbetering en verduurzaming.

Opvallend is dat onderwijshuisvesting expliciet genoemd wordt in de Miljoenennota.

Dat was vele jaren niet het geval. Het kabinet erkent het belang van goede huisvesting, van gebouwen die geschikt zijn voor het moderne onderwijs, die veilig zijn en waar het binnenklimaat goed is. En mede onder invloed van de bevindingen van de Algemene Rekenkamer onderkent men dat de kwaliteit van de huisvesting hierbij sterk achterblijft. Ook benoemt de Miljoenennota hierbij de verwachte stijging van de leerlingenaantallen vanaf 2025 en de verduurzamingsopgave in het kader van het Klimaatakkoord. Het is ons inziens een doorbraak dat het rijk nu een interdepartementaal onderzoek naar de huisvesting van het ‘funderend onderwijs’ start. De toekomstbestendigheid van het huidige stelsel van beleid, wetgeving en financiering wordt kritisch tegen het licht gehouden met als uitgangspunt ‘de bevordering van de kwaliteit van schoolgebouwen en een doelmatige inzet van actoren op de lange termijn’. Wij juichen deze stap van het kabinet toe! Een beter stelsel staat aan de basis van een effectieve en efficiënte besteding van de middelen. Maar we zijn er daarmee nog niet. De volgende stap is het zorgen voor investeringsruimte bij gemeenten en onderwijsinstellingen (ook het beroeps- en hoger onderwijs) om daadwerkelijk invulling te kunnen geven aan de uitvoering van de kwaliteitsverbetering en het Klimaatakkoord.

Een ander opvallend punt is de woningbouw.

Het kabinet zet in op meer regie vanuit het rijk en wil meer betaalbare woningen realiseren. Men wil de besluitvorming rond grote woningbouwlocaties versnellen. Knelpunten in de stikstofproblematiek worden aangepakt en middelen voor een impuls in de sector schuift het kabinet naar voren. In totaal is er in 2021 een bedrag van € 295 miljoen beschikbaar en geeft men extra aandacht aan woningbouw voor kwetsbare groepen en ouderen. Het stimuleren van het bouwen van betaalbare woningen voor deze specifieke doelgroepen (waarbij wij hopen dat ook de jongeren en starters hiertoe behoren) is een mooie stap voorwaarts. Wel denken wij dat het versnellen van de bestuurlijke en ambtelijke processen, waarbij ook de belangen van de omgeving gediend moeten worden, een lastige opgave zal blijken.

Het kabinet erkent ook de noodzaak om in andere sectoren maatregelen te treffen. De coronacrisis onderstreept het belang van een beroepsbevolking die zich makkelijk kan aanpassen aan veranderende omstandigheden. ‘Het is mogelijk dat er door het coronavirus permanente veranderingen optreden of dat reeds ingezette veranderingen worden versneld. Ook kan niemand voorspellen hoe de volgende crisis eruitziet of hoe technologische ontwikkelingen zich voltrekken.’ Er wordt in 2021 en 2022 samen bijna € 200 miljoen uitgetrokken voor scholing en een ‘leven lang ontwikkelen’. Voor ons als huisvestingsadviseurs is het interessant de secundaire effecten hiervan te volgen. Wat betekent deze toegenomen wendbaarheid van de beroepsbevolking op de langere termijn voor de plaats waar men het werk verricht? Wij verwachten dat kantoren en andersoortige werkplekken nog flexibeler worden.

Plaats- en tijdonafhankelijk werken wordt gemeengoed.

Dat biedt gebruikers en eigenaren van gebouwen volop kansen om de kwaliteit en de kwantiteit van hun huisvesting verder te optimaliseren!

Tot slot stimuleert het kabinet economische groei en welvaart via het Nationaal Groeifonds. Denk aan projecten op het gebied van infrastructuur, onderwijs en menselijk kapitaal. Er is een budget van € 20 miljard beschikbaar voor de komende vijf jaar. Een flink bedrag waarmee de rijksoverheid ervoor wil zorgen dat ook volgende generaties kunnen profiteren van goede zorg, goed onderwijs en een leefbare omgeving. Met een minimum van € 30 miljoen per project zien wij goede mogelijkheden om de plek waar wij wonen, werken en leven te verbeteren. Laten we hopen dat we intussen de coronacrisis het hoofd kunnen bieden, zodat al deze investeringen echt gaan renderen!

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug