18 juli 2019

Zorgorganisaties willen hun vastgoed verduurzamen. Dat draagt namelijk wezenlijk bij aan het comfort van cliënten en een betere TCO. Bovendien voldoen ze daarmee aan de overheidsopdracht om hun vastgoed gasloos te maken. Daarom is de WKO-installatie aan een opmars begonnen. Toch zitten er aan de installatie en exploitatie van deze natuurlijke, milieuvriendelijke energieopwekking de nodige haken en ogen, juist bij zorgvastgoed. Zaak is om alle, veelal complexe, factoren goed in kaart te brengen om zo voor de juiste oplossing te kunnen kiezen.

Natuurlijk is een WKO-installatie geschikt om zorgvastgoed duurzaam, gasloos of BENG te maken. Is dat ook uw eerste gedachte? Logisch, want deze milieuvriendelijke, natuurlijke manier om een gebouw te koelen en te verwarmen is een voor de hand liggende keuze. Maar is het ook de juiste? Die vraag werpt zich in de weerbarstige praktijk steeds vaker op. Want net als bij de WKO-installatie zelf draait het bij de keuze om een perfecte balans, waarbij alle factoren precies in evenwicht moeten zijn. Juist daarom is het belangrijk om vooraf grondig te onderzoeken of een WKO de vaak hooggespannen verwachtingen waar kan maken.

Dat onderzoek- en afwegingsproces is niet eenvoudig. Simpelweg omdat de doordachte keuze voor een WKO afhangt van veel complexe factoren. ‘Bovendien zijn een groot aantal factoren technisch, wettelijk en juridisch van aard. Daarom loont het de moeite om een onafhankelijk expert gedegen advies te laten uitbrengen’, vindt Jean-Marc Vloemans, senior adviseur Expertisecentrum bij vastgoedexpert HEVO.

plaatje_wko_installatie_bron_eisma.png

‘Het aanleggen van een WKO-systeem is een uiterst kostbare zaak en gaat gepaard met grote vergunningsverantwoordelijkheden en relatief hoge onderhoudskosten. In de praktijk kunnen onzekere factoren - zoals het aanboren van de juiste waterlaag - zorgen voor hoge onvoorziene kosten. Ook het goed inregelen, onderhouden en monitoren van een WKO-installatie is complex, waardoor opbrengsten en kosten uit verhouding kunnen raken. Dat kan grote financiële consequenties in de aanleg, het onderhoud en de exploitatie van de WKO-installatie hebben. Bovendien kan het systeem ook nog nadelige gevolgen voor het comfort van de gebruikers van een gebouw hebben. Zeker bij zorgvastgoed is dat minstens zo belangrijk.’ Daarmee wil Jean-Marc de WKO-installatie beslist niet wegzetten als een problematisch systeem. Integendeel: ‘WKO kan een geweldige oplossing zijn vanwege het hoge energieopwekkingsrendement en de lage energietransportkosten. Maar je moet de afweging maken op basis van volledige en juiste informatie en in die afweging ook ander gasloze opties meenemen.’

Voorbeeld QuaRijn | Second opinion

Dat is precies wat zorgorganisatie QuaRijn deed. Haar woonzorgcentrum Het Zonnehuis in Doorn krijgt volledig gasloze nieuwbouw, waarbij naast woonvoorzieningen ook een polikliniek, apotheek en kenniscentrum gerealiseerd worden. Een ingrijpend proces, omdat gekozen is om de kwetsbare cliënten niet tijdelijk te herhuisvesten maar tijdens de bouw op hun vertrouwde terrein te laten blijven wonen. Daarom is gekozen voor een gefaseerde realisatie, legt Francis Pelders uit. Als senior projectmanager bij HEVO begeleidt hij dit proces en project. ‘QuaRijn sprak vooraf duidelijk de ambitie uit om een energieneutraal complex te realiseren. Het aanleggen van een WKO-installatie maakte daar een belangrijk onderdeel van uit. Gaandeweg rezen er bij externe adviseurs twijfels of een WKO-installatie de juiste keuze was. Dit had onder meer te maken met de resultaten die uit proefboringen naar voren kwamen. Hieruit bleek onder meer dat er vragen waren over de beperkte watervoorraad op de Utrechtse Heuvelrug en over het optreden van Redox (wat je kunt samenvatten als risico op bronverstoppingen). Er was dus grond om tijdens de ontwerpfase te twijfelen of een WKO-installatie wel zou leiden tot een beheersbaar en economisch gewenst systeem.’

Anno Nijholt, manager bedrijfsvoering bij QuaRijn, waardeert het dat HEVO deze vragen hardop durfde te stellen. ‘HEVO heeft ons gedurende het traject om wel of niet te kiezen voor een WKO-installatie goed begeleid en geadviseerd. Mede door haar positief-kritische inbreng hebben we alle voor- en nadelen goed kunnen afwegen. Voor ons was uiteindelijk helder dat een WKO-installatie niet paste bij ons bouwproject in Doorn, kijkend naar het rendement dat we voor ogen hadden.’ Het siert QuaRijn dat ze pas op de plaats durfde te maken en energie wilde stoppen in een heroverweging. Samen met een team van onafhankelijke en gespecialiseerde adviseurs heeft QuaRijn de uitgangspunten en energieopwekkingsscenario’s opnieuw tegen het licht gehouden. Die uitgangspunten waren helder: het toepassen van een energieopwekkend systeem dat robuust, betrouwbaar en beheersbaar is, een optimaal binnenklimaat kan leveren voor de cliënten, een realistische terugverdientijd van minder dan 15 jaar heeft en inpasbaar was in het al lopende bouwproces. Vooral het optimale binnenklimaat was een belangrijke beslisfactor. Na onderzoek was de conclusie dat de verhouding verwarming en koeling niet in balans is. Bij Het Zonnehuis bewegen cliënten relatief weinig, waardoor er sneller en meer behoefte aan verwarming is. Daardoor bleek een WKO-installatie extra lastig toepasbaar te zijn.

Kiezen uit scenario’s

Het Zonnehuis in Doorn is daarmee een sprekend voorbeeld hoe belangrijk het is om de afwegingsfactoren compleet, helder en goed doorrekend op tafel te leggen. Jean-Marc benadrukt dat het zaak is om diverse scenario’s met experts te verkennen. ‘Zij kunnen de consequenties bij bouw en exploitatie goed overzien en geven beargumenteerd een advies. Dat advies baseren ze op harde criteria, zoals de Total Cost of Ownership, en zachtere criteria, zoals betrouwbaarheid, bedrijfs­zekerheid en beheersbaarheid. De juiste balans tussen die twee bepaalt wat de beste keuze is!’

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug