Inclusief onderwijs in optima forma
Omgaan met diversiteit in nieuwbouw De Kroevendonk: in gesprek met Teun Dekker, directeur-bestuurder van Kindcentrum De Kroevendonk.
Omgaan met diversiteit in nieuwbouw De Kroevendonk: in gesprek met Teun Dekker, directeur-bestuurder van Kindcentrum De Kroevendonk.
7 juni 2024
In oktober 2023 werd het nieuwe gebouw van Kindcentrum De Kroevendonk in Roosendaal in gebruik genomen. Dit compacte gebouw biedt ruimte aan peuter- en kinderopvang, onderwijs en zorg voor kinderen met en zonder een meervoudige beperking. Aan de basis ligt een duidelijke visie, die directeur-bestuurder Teun Dekker en zijn team al ruim twintig jaar geleden ontwikkelden. Inclusief onderwijs wordt hierin teruggebracht tot de essentie: omgaan met diversiteit. HEVO begeleidde het bouwproces en selecteerde de ontwerpende en uitvoerende partijen. Deze bijzondere school wordt inmiddels breed erkend als voorbeeld voor het creëren van voorwaarden voor écht inclusief onderwijs.
Teun Dekker is directeur-bestuurder van Kindcentrum De Kroevendonk, onderdeel van Stichting Protestants Christelijk Onderwijs te Roosendaal. Kindcentrum De Kroevendonk is een samenwerking tussen basisschool, peutergroepen, buitenschoolse opvang en Stichting Wij Samen, die zorg aanbiedt voor kinderen met een meervoudige beperking. Dagelijks zijn er zo’n 400 kinderen in het gebouw; 350 basisschoolkinderen, 30 peuters en 15 kinderen in de specialistische zorg van Wij Samen.
Kindcentrum De Kroevendonk ligt in de wijk Langdonk, die samen met andere omliggende wijken een van de twintig focusgebieden vormt in het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid van het ministerie van Justitie en Veiligheid. In Roosendaal heeft dit vorm gekregen in het Nationaal Programma Roosendaal.
‘Ons oude gebouw - ooit bedoeld voor 200 leerlingen - was te klein. Als antwoord op de groei werd er door de jaren heen steeds iets ‘aangeplakt’, waardoor de samenhang verdween. Het was bovendien technisch verouderd, en ondanks dat wij al twintig jaar geleden kozen voor inclusief onderwijs waren er geen voorzieningen voor kinderen met een beperking. Een jaar of zes geleden ging de gemeente Roosendaal akkoord met nieuwbouw, maar wel op de bestaande locatie. Tijdens de bouw zijn we dus tijdelijk elders gehuisvest.’
Als school moet je de diversiteit tussen kinderen omarmen en er ruimte voor bieden.
‘In de kern gaat het erom dat kinderen uit de wijk die samen spelen ook samen naar school kunnen gaan. Het is raar dat ons schoolsysteem, met de scheiding tussen regulier en speciaal onderwijs, daar niet op ingericht is. Dat je dus, op het moment dat kinderen naar school gaan, tegen het ene kind zegt ‘jij bent normaal’ en tegen het andere ‘jij bent niet normaal en komt er niet in’. Om te bevorderen dat kinderen daadwerkelijk samen leven in onze samenleving moet je ze op de school niet apart zetten. Door elkaar te ontmoeten, leren ze om te gaan met elkaar. Als school moet je daarom de diversiteit tussen kinderen omarmen en er ruimte voor bieden. Concreet betekent dit dat kinderen met en zonder een beperking door elkaar heen lopen in De Kroevendonk, en soms ook samen les krijgen. Dat vraagt wel om meer begeleiding en ondersteuning, en meer samenwerking tussen de leerkrachten, onderwijsassistenten en overige ondersteuners. Daar kiezen wij dan ook bewust voor.’
‘De omgang met kinderen met een beperking wordt vooral als lastig ervaren als het gaat om gedrag. Dat gedrag komt vaak voort uit allerlei prikkels. Daarom is in dit gebouw veel aandacht besteed aan het voorkomen van prikkels die tot ongewenst gedrag kunnen leiden. Er is een centraal hart waar alle kinderen elkaar steeds tegenkomen. Hieromheen liggen clusters van lokalen voor steeds twee jaarklassen rond een leerlandschap. Er is een variatie aan plekken die rust, ruis of juist rumoer opwekken. Om te sterke geluidsprikkels te voorkomen, zijn veel wanden in het gebouw en de gymzaal bekleed met geluiddempende houten latten en panelen. Er zijn veel mogelijkheden om te bewegen, wat soms nodig is om stoom af te blazen. Kinderen kunnen dwalen zonder te verdwalen. Overal is rekening gehouden met de draaicirkels van rolstoelen. Dankzij aparte nissen voor het ophangen van jassen is er meer ruimte in de leerlandschappen om samen te komen. En er is een snoezelruimte voor kinderen die even bij willen komen als ze te veel prikkels hebben gehad. Die is bekostigd vanuit de jeugdzorg. Al met al hebben we per leerling wat meer vierkante meters dan in het reguliere onderwijs, wat komt doordat we het gebouw delen met de peuteropvang, kinderopvang en Stichting Wij Samen. Verder geldt voor alle voorzieningen voor kinderen met een beperking dat die prettig zijn voor iedereen, conform het principe van universal design.’
Er is een variatie aan plekken die rust, ruis of juist rumoer opwekken.
‘Al onze medewerkers zijn nauw betrokken geweest bij de optimale indeling van de ruimten. Onze visie op inclusief onderwijs lag aan de basis van bepalen wat nodig is in het gebouw. Een kleinere groep medewerkers was nauw betrokken bij de bouw en de inrichting. Nieuws over de voortgang is steeds gedeeld met de hele organisatie, de kinderen en de buurtbewoners. Tijdens het ontwerpproces sprak de architect enkele keren met de leerlingenraad, die met het idee van de snoezelruimte kwam. In overleg met de buurt is bepaald dat er geen buitenspeelruimte zou komen aan de kant die het dichtst bij de woningen ligt. Hier ligt nu de moestuin en is er ruimte om buiten les te geven.’
‘De school ligt in de wijk Langdonk, die bekend staat als een kwetsbare buurt. Er gebeurt van alles wat het daglicht niet kan verdragen. We vinden het echter belangrijk uit te dragen dat iedereen welkom is bij ons, ook al keuren we het gedrag niet altijd goed. In het ontwerp is ook ruimte gecreëerd voor bewoners uit de wijk. Zij kunnen gebruik maken van de grote stamtafel in het centrale hart van het gebouw en zien de school ook echt als ‘van hen’. Ook zijn er regelmatig bijeenkomsten voor ouders in het hart van de school. Zij komen onder meer voor het programma De Vreedzame School in groten getale naar onze school en blijven er hangen voor koffie en thee. Zo creëren we een natuurlijk moment om elkaar te ontmoeten.’
‘We zijn heel blij met de ondersteuning van HEVO. Als eenpitter en als kleine stichting hadden wij de nieuwbouw nooit alleen tot een goed einde kunnen brengen. Daarvoor hebben wij gewoon te weinig verstand van bouwen. Dat bleek ook toen na de aanbesteding de oorlog in Oekraïne uitbrak en de bouw opeens duurder werd. HEVO heeft er toen, in overleg met de gemeente en de aannemer, voor gezorgd dat er toch kon worden gebouwd. Dat gaf veel vertrouwen. Ik vind dat de harde kant en de zachte kant bij HEVO goed samenkomen. Hard in de zin van bijvoorbeeld contracten en budgetten, zacht in de vertaling van de visie naar een gebouw. Het draait niet alleen om de stenen, maar er is ook oog voor waar die stenen voor bedoeld zijn.’
‘We hebben nu een duurzaam, bijna energieneutraal, onderhoudsarm en compact gebouw. Hoe dit exploitatietechnisch presteert, zal moeten blijken. In de eerste maanden hebben we natuurlijk nog weinig kunnen profiteren van de zonnepanelen. Verder is het kindcentrum gebouwd binnen budget, maar dat was wel het budget voor regulier onderwijs. Daarmee hebben we toch bijna al onze wensen kunnen realiseren. Ik had er alleen graag nog een kluslokaal bij gehad.’
‘Eigenlijk is ons gebouw nu al te klein. De Kroevendonk is in de basis een wijkschool. Maar wij trekken ook kinderen aan uit de wijdere omgeving, zodanig dat we nu al wachtlijsten hebben. Het zijn niet alleen ouders van kinderen met een beperking die zich aanmelden omdat ze hun kind in de eigen woonplaats niet op een reguliere school kunnen plaatsen. Ook ouders van kinderen zonder beperking melden zich, omdat ze er bewust voor kiezen dat hun kinderen omgaan met kinderen met een beperking. En dat is natuurlijk ook beter. Onderzoek wijst uit dat omgaan met diversiteit goed is voor de cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. We zijn dan ook heel blij dat dit mooie gebouw daar zulke goede voorwaarden voor schept.’
Bij HEVO komen de harde kant en de zachte kant goed samen.
Het nieuwe Kindcentrum De Kroevendonk staat voor inclusief denken in het onderwijs. Dit houdt in dat alle kinderen, inclusief die met een beperking of ontwikkelingsachterstand, welkom zijn en zoveel mogelijk geïntegreerd worden binnen het reguliere onderwijssysteem. Het motto van het centrum, ‘Geloven in ontwikkeling, altijd!’, weerspiegelt deze filosofie.
Teun Dekker benadrukt in een interview hoe belangrijk de onderlinge zorg en aandacht binnen De Kroevendonk is, niet alleen binnen de muren van het kindcentrum, maar ook naar de buurt toe. Het centrum streeft ernaar een positieve impuls te geven aan de lokale gemeenschap. Het gebouw en de omliggende ruimten zijn beschikbaar voor naschoolse activiteiten en worden ook opengesteld voor gebruik door buurtbewoners, wat de integratie tussen het kindcentrum en de gemeenschap versterkt.
Gerhard Jacobs van HEVO: ‘De visie van De Kroevendonk en haar kindpartners zoals Stichting Wij Samen, heeft richting én snelheid gegeven in dit project. Gesprekken met de kinderen, leerkrachten en medewerkers én met de omgeving waren gericht op het creëren van de best denkbare inclusieve leeromgeving. Het team van HEVO heeft van begin af aan bij het verkrijgen van de bouwkredieten, het bedenken van het concept en nu bij de realisatie dit doel voor ogen gehad. Een sterke visie op onderwijs leidt tot een sterk huisvestingsconcept; ook voor ons is dankzij dit project inclusief denken vanzelfsprekend geworden.
Dit artikel is opgenomen in ons relatiemagazine 360°, voorjaar 2024.