20 december 2022

Ons land staat voor een enorme opgave. In 2050 moet de C02-uitstoot met 95 procent zijn gereduceerd, in 2030 al met minimaal 55 procent. ‘Die doelstellingen zijn vastgelegd in het Klimaatakkoord van Parijs, dus deze opgave is niet vrijblijvend. Alle sectoren moeten bijdragen aan de reductie, dus ook het onderwijs’, zegt Gerhard Jacobs, partner bij HEVO, de huisvestingspartner van VOS/ABB. ‘Zowel primair onderwijs, voortgezet onderwijs, mbo, hbo als universiteiten hebben inmiddels samen met het rijk sectorale routekaarten opgesteld waarin staat wat er moet gebeuren om de doelen voor 2030 en 2050 te bereiken. HEVO heeft mogen helpen om deze routekaarten op te stellen en door te rekenen.’

Versnippering

Om tot realisatie van alle plannen over te kunnen gaan, ligt de bal volgens Jacobs nu voor een belangrijk deel bij de overheid. Om te beginnen moet het rijk met geld over de brug komen. ‘Om de klimaatopgave waar te maken, is alleen al in het PO en VO tussen nu en 2050 een extra kapitaal­injectie van 20 miljard euro nodig.’ Jacobs legt uit waarom de problematiek juist hier het grootst is: ‘Het PO en VO hebben verreweg de meeste vierkante meters gebouwen, verspreid over verschillende locaties. Die versnippering maakt verduurzaming moeilijker en duurder.’

Versnippering maakt verduurzaming moeilijker en duurder.

Achterstanden

Daarnaast is er in het PO en VO een flinke achterstand in de gebouwen. Bouwend Nederland vroeg hier onlangs in een manifest ook aandacht voor. Jacobs: ‘Meer dan de helft van de schoolgebouwen is ouder dan dertig jaar. Veel scholen zijn gebouwd in de jaren zestig en zeventig. Door de tweede babyboom was er toen grote behoefte aan nieuwe woonwijken, en dus ook aan schoolgebouwen. Er werd heel snel een enorm volume gebouwd van een laagwaardige kwaliteit. In de schoolgebouwen uit die tijd is er niet of nauwelijks aandacht voor klimatisering. Er zijn doorgaans geen ventilatie­systemen, er zijn klassieke verwarmingssystemen en regelmatig komen we ook nog enkelglas tegen. Door de hoge leeftijd, de laagwaardige bouwmaterialen en het zeer intensieve gebruik raken die gebouwen echt in verval. De daken, puien, betegeling, sanitair, gevels en lichtinstallaties zijn aan het einde van hun levensduur. Sinds de onderwijshuisvesting in 1996 naar gemeenten werd gedecentraliseerd, zijn de achterstanden alleen nog maar groter geworden.’

Tempo

‘Normaal gesproken zou je op jaarbasis ongeveer driehonderd PO- en VO-scholen grootschalig moeten vernieuwen of vervangen. Daarbij is de noodzakelijke inhaalslag nog niet eens meegenomen. De realiteit is dat er ongeveer honderd schoolgebouwen per jaar worden vernieuwd. Het tempo ligt dus veel te laag’, aldus Jacobs. De vraag is of de opgave waar het onderwijs voor staat überhaupt realistisch is. Jacobs: ‘Er zijn natuurlijk veel sectoren met een grote opgave. Er moeten 900.000 woningen komen en er ligt een duurzaamheidsopgave bij bedrijven, industrie en energieproducenten. De gezamenlijke opgave is qua proporties vergelijkbaar met de wederopbouw.’

De gezamenlijke opgave is vergelijkbaar met de wederopbouw.

Randvoorwaarden

Jacobs is ervan overtuigd dat we deze immense opgave als land aankunnen. Maar dan is er niet alleen heel veel geld nodig, maar moeten ook andere randvoorwaarden beter worden ingevuld. Dan heeft hij het bijvoorbeeld over de wet- en regelgeving. ‘Te vaak vormt de overheid de ‘hindermacht’, die allerlei beperkingen opwerpt ten aanzien van procedures, bestemmingsplannen, bouwvergunningen, noem maar op. Wij maken in de praktijk regelmatig mee dat alle belanghebbenden - van gemeente en schoolbestuur tot en met omwonenden - een nieuwbouwplan omarmen, maar dat alle procedures vervolgens nog anderhalf of twee jaar in beslag nemen. Dan kieper je kostbare tijd weg. Op die manier gaan we in ieder geval de doelstellingen van 2030 niet halen.’

Meest duurzame school in de omgeving

De campus van het RSG Wolfsbos in Hoogeveen bestaat uit vijf gebouwen. Wolfsbos wil de meest duurzame school in de omgeving worden. De afgelopen jaren zijn diverse investeringen gedaan, maar uiteindelijk blijkt nieuwbouw de meest duurzame oplossing.

Chris Buijtendorp, hoofd facilitaire dienstverlening en ICT van RSG Wolfsbos: ‘Afgelopen jaren hebben we met een aantrekkelijke subsidie zonnepanelen kunnen aanschaffen. Ook hebben we samen met een installatiebureau al onze gebouwbeheerssystemen geoptimaliseerd en op elkaar afgestemd. Dat laatste leverde een besparing van bijna 30 procent op. Maar toen kwam corona… Door de beperkte ventilatiemogelijkheden in sommige gebouwen moesten we stoken met de ramen open. Dat heeft ons doen besluiten om het gehele gebouwenbestand tegen het licht te houden en om te kijken of we met een grootschalige renovatie een verduurzamingsslag zouden kunnen maken. Al rekenend kwamen we tot de conclusie dat renovatie op de langere termijn duurder is dan nieuwbouw.

Nieuwbouw is voor ons de meest economische en logische stap om in brede zin te verduurzamen. Niet alleen qua energie en materialengebruik, maar ook qua onderwijs. Onze gebouwen zijn bijna vijftig jaar oud en niet meer geschikt voor het hedendaagse onderwijs. We hebben veel inefficiënte ruimte, zoals brede gangen en soms onlogisch grote of juist kleine lokalen. Daar komt de regionale krimp bij, die zorgt voor een aanzienlijke overmaat in ruimte. Al die meters moet je wel onderhouden en warm stoken. De nieuwbouwplannen ontstonden in een tijd waarin de rente laag was en de bouwkosten op een redelijk peil. In dat opzicht is de wereld veranderd, maar de nieuwbouw kómt er. In onze ogen is het nog steeds de meest duurzame oplossing.’

Dit artikel is gepubliceerd in het magazine Naar school van VOS/ABB, december 2022.

Meer weten?

Neem dan contact op met:

Bel me terug