De sleutelrol van duurzame bouwmaterialen
Feiten en cijfers
Feiten en cijfers
13 juni 2024
De gevolgen van klimaatverandering worden steeds duidelijker. De aarde bereikt de drempel van 1,5 graad opwarming sneller dan eerder werd aangenomen. In de transitie naar een duurzame toekomst spelen duurzame (bouw)materialen een cruciale rol. Omdat ze de ecologische voetafdruk van de bouwsector verkleinen én bijdragen aan het creëren van veerkrachtige gebouwen die bestand zijn tegen de uitdagingen van de toekomst. Het is dus noodzakelijk om zo snel mogelijk onze materiaaltoepassingen te herzien. Toch lijkt de transitie langzaam te gaan. We zetten enkele opvallende feiten en cijfers op een rij.
Houtbouw is CO₂-negatief en heeft veel praktische pluspunten en duurzame voordelen. In de bouwsector wordt voornamelijk naaldhout gebruikt uit duurzaam beheerde Europese bossen. Jaarlijks groeit er 1 miljard m³ bos bij en wordt er 600 miljoen m³ geoogst, waarvan 1,7 miljoen m³ gebruikt wordt in de Nederlandse bouwsector. Echter, de grootschalige adoptie van hout als constructiemateriaal verloopt langzaam. Zo heeft de metropoolregio Amsterdam bijvoorbeeld besloten dat in 2025 maar 20% van de nieuwe bouwprojecten met hout zal worden uitgevoerd.
Biobased materialen halen CO2 uit de lucht, in plaats van CO2 uit te stoten. Daarnaast dragen ze bij aan het creëren van lokale productieketens en nieuwe businessmodellen voor boeren. Het aandeel in de Nederlandse bouw is echter nog gering. In 2022 was dat slechts 2% voor hout en 0,1% voor andere biobased materialen. Daarom maakte de Nederlandse overheid in 2023 bekend 200 miljoen euro te investeren in het stimuleren van de bouw met deze materialen.
Een gemiddelde woning, opgebouwd uit 70% biobased materialen, kan ongeveer 40 ton CO2 opslaan. Wanneer er 100.000 van deze woningen worden gebouwd, gaat het dus om 4 Mton per jaar. Dit komt overeen met ongeveer 19% van de bouwindustrie-emissie. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat elke ton CO2 die in hout is opgeslagen, direct 1,2 ton CO2 van het CO2-intensieve alternatief verdringt. Dat betekent dat diezelfde 100.000 woningen 3,5 Mton per jaar verdringen.
In 2019 was 87% van de in de burgerlijke en utiliteitsbouw gebruikte materialen afkomstig van primaire bronnen. Dus, grondstoffen die nieuw uit de aarde zijn gewonnen en slechts in beperkte hoeveelheid beschikbaar zijn. 8% van de materialen zat al in de kringloop en werd opnieuw toegepast of gerecycled (dit was 7% in 2014). En 5% was afkomstig van hernieuwbare bronnen, dus materialen die, hoewel onttrokken uit de aarde, de capaciteit hebben om binnen hun levensduur te regenereren.
Dit artikel is opgenomen in ons relatiemagazine 360°, voorjaar 2024.