Onderbouwing voor noodzakelijke investeringen in schoolgebouwen.
In Breda bestond het voornemen om de verantwoordelijkheid voor de huisvesting in het primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs door te decentraliseren van de gemeente naar de schoolbesturen. Doel was het uitwerken van een algemeen advies, gebundeld in een ‘gebouwenboek’, waarmee besturen verantwoorde keuzes en integrale beslissingen kunnen nemen over noodzakelijke investeringen in schoolgebouwen.
Objectieve toetsing
Wij hebben de staat van alle onderwijsgebouwen in kaart gebracht en beoordeeld en vervolgens een instandhoudingsmodel opgesteld. Om de schoolgebouwen objectief te toetsen, is er een nulmeting uitgevoerd waarin, naast de bouwkundige staat, ook andere aspecten zijn getoetst. Op basis hiervan zijn keuzes voor de onderwijshuisvesting gemaakt. Deze aspecten zijn: aansluiting van het gebouw bij het onderwijskundig concept, veiligheid, binnenmilieu, exploitatie en uitstraling.
Daarnaast maakten wij inzichtelijk wat de ruimtevraag voor de komende jaren is – leegstand of uitbreiding van de capaciteit – en zijn feitelijke gegevens verzameld en getoetst aan de informatie van de gemeente Breda en de schoolbesturen. Ook ontwikkelden wij een instandhoudingsmodel voor de doordecentralisatie in Breda. Dit model vormde, samen met de nulmeting, de basis voor de businesscase en overdracht van de schoolgebouwen én de daarmee gepaard gaande middelen.
Dynamisch
Met behulp van het instandhoudingsmodel krijgen schoolbesturen grip op de situatie en inzicht in de financiële consequenties van keuzes. Omdat het model dynamisch van opzet is, kunnen de schoolbesturen van BreedSaam het ook na de doordecentralisatie gebruiken. Ze kunnen zelf aanpassingen doorvoeren en op basis daarvan beslissingen nemen.
Helikopterview
In het gebouwenboek staan alle relevante gegevens per gebouw, waarmee de huisvestingsportefeuille kan worden gemanaged. Een helikopterview per regio: op één blad het overzicht van de kwaliteit van de onderwijshuisvestingsportefeuille in die regio. Het boek vormt hiermee de basis waarmee, op volgorde van prioriteit, zogeheten huisvestingsscenario’s kunnen worden ontwikkeld per locatie of regio en de benodigde toekomstige investeringen in kaart worden gebracht.